De industrialisatie ontwikkelt zich vanaf de negentiende eeuw in vrijwel ieder bedrijfsproces, en begint in de houtindustrie. Basis hiervoor was de zogeheten griendcultuur die zich halverwege de achttiende eeuw in IJsselstein en Lopikerwaard ontwikkelde, en een groot deel uitmaakte van de locale economie. Voorbeelden hiervan zijn griendtelers, teenschillers, hoepelmakers, kuipers, mandenmakers, en ambachtslieden die in aanverwante beroepen en diensten werkzaam waren.
De houtindustrie bestaat hoofdzakelijk uit twee bedrijven. In 1858 begint Bernard Schilte met de mechanische fabricage van houten deurknoppen. Hij is in 1829 gestart als zelfstandig timmerman en het bedrijf zou uitgroeien tot het huidige Schilte BV. De gebroeders Van Rooijen richten in 1896 een bedrijf op dat gebruik maakt van door stoom aangedreven draai- en zaagmachines. Het bedrijf zou bekend worden als de 'NV Stoel- en Meubelfabriek v/h Gebr. Van Rooijen'. Beide bedrijven vestigen zich aan de rand van de stad: Schilte langs de Utrechtsestraat en vanaf 1904 aan de overkant van de IJssel; en Van Rooijen aan de Walkade en vanaf 1911 naast Schilte op het Hazenveld. De meubelfabriek Van Rooijen gaat in 1967 failliet waarna er op Hazenveld woningen worden gebouwd.
Een tweede industrietak vormt de steenfabriek 'de Overwaard' die in 1867 aan de IJssel wordt opgericht door Otto Walland en Carel Thormann. In 1878 wordt een tweede steenfabriek opgericht, 'De Machinale Utrechtse Steenbakkerij', die uiteindelijk met de Overwaard in 1913 fuseert, en met de gebroeders Van de Koppel, de nieuwe eigenaren, in 1928 zou uitgroeien tot de 'NV tot Exploitatie van Steenfabrieken v/h firma Gebr. v.d. Koppel'. Na een bloeiperiode bereikt de productie in 1960 met zeven miljoen stenen een hoogtepunt, maar door de toegenomen concurrentie en schaalvergroting is de Overwaard in 1982 niet meer rendabel. De fabriek maakt plaats voor een woonwijk.
Een derde industrietak bestaat uit de veevoederindustrie die in 1911 langs de IJssel met twee graanmalerijen is ontstaan. In 1919 worden de malerijen door twee boerencoöperaties, de protestantse coöperatie 'De Eendracht' en de katholieke 'Onderlinge In- en Verkoopvereniging IJsselstein', overgenomen. Verder wordt er door Piet Brokking in 1923 een veevoederfabriek gebouwd die uiteindelijk in 2009 met de activiteiten stopt.
Na de oorlog bloeien gaat de gemeente over tot het aanleggen van industrieterreinen. Hierdoor bloeien ook andere industrieën en diensten op, zoals de Terberg Groep.