Kerkscheuring in Leiderdorp
De Doleantie
Tijdens de Tachtigjarige Oorlog werd de gereformeerde kerk, vanaf 1816 hervormde kerk genoemd, de officiële godsdienst. De uitgangspunten hiervan zijn onder meer vastgesteld tijdens de Dordtse Synode, een 7 maanden durend overleg van het kerkbestuur in 1618/1619. De hervormde kerk in Leiderdorp was lid van de Algemene Synode die sinds die tijd het kerkbestuur vormde van de hervormde kerken. In de negentiende eeuw scheidden tweemaal grote groepen meer orthodoxe gelovigen zich af van de hervormde kerk. Ze vonden de hervormde kerk te vrijzinnig worden en te ver afwijken van wat vastgelegd was in de Dordtse Kerkorde. In april 1886 kwam het ook in Leiderdorp tot een scheuring.
De toenmalige predikant ds. G. Vlug besloot samen met de kerkenraad om in navolging van Abraham Kuyper in Doleantie te gaan. Hij werd formeel uit zijn functie ontheven. Hoewel de synode predikanten uit omliggende gemeenten aanwees om diensten in de Dorpskerk te leiden, wilden de meeste overgebleven kerkvoogden onder leiden blijven staan van ds. Vlug. Het leidde tot betrokkenheid van de burgemeester, politie, leger, tot vragen in de Tweede Kamer en een rechtszaak. Ds. Vlug nam zijn toevlucht in een Christelijke school in de Dorpsstraat, nu Hoofdstraat. Enkele jaren later preekte hij in de noodkerk bij de kalkovens. In 1891 is de huidige Gereformeerde kerk aan de Hoofdstraat gebouwd en ingewijd.