De Coöperatie

Samenwerkende boeren

Economische crisis
Tegen het einde van de 19de eeuw kregen de boeren in Nederland het steeds moeilijker. De graanprijzen daalden door de aanvoer van Amerikaans graan met de pas ontwikkelde stoomboot. Daarnaast werden boeren in onze regio vooral getroffen door een afnemende export van roomboter, waarvan de kwaliteit was afgenomen. Zuivelhandelaren die de boter bij de boer opkochten rommelden namelijk met de kwaliteit. Omdat zij wilden concurreren met het nieuwe product margarine, voegden zij inferieure producten aan de boter toe. In schril contrast met de voorafgaande periode verdienden de boeren steeds minder.

De liberale regering nam geen maatregelen om de agrarische sector te beschermen. Wel stimuleerde zij scholing en kwamen er controlerende instanties. De boeren waren financieel gezien op eigen kracht aangewezen.

Samenwerking
Naar het voorbeeld van vakbonden richtten boeren de landelijke Nederlandse Christelijke Boeren Bond op. Deze bond moest boeren stimuleren om lokaal samen te werken. De eerste vorm van samenwerking in Leusden en Stoutenburg was de Onderlinge Brandverzekering Leusden en Omstreken in 1896. Deze is in 1989 overgegaan in Univé.

Boerenleenbank en handelsvereniging Achterveld
In 1901 kwamen de Achtervelders Jan van den Hengel en Ruurd Visser bijeen om te praten over een coöperatie waarin de boeren van het dorp onderling kredietverlening en een gezamenlijke aankoop en afzet regelden. In deze coöperatie werkten Boerenleenbank en Handelsvereniging samen onder één bestuur en gezagvoerder. Deze had dagelijkse leiding.
Negen jaar later besloten Achterveldse boeren een coöperatieve zuivelfabriek te bouwen; de Coöperatieve Stoomzuivelfabriek "Juliana". De naam was een eerbetoon aan prinses Juliana die in het jaar ervoor was geboren. De Achterveldse boeren lieten hun melk voortaan niet meer thuis maar daar tot boter verwerken. De stoommachine bij de melkfabriek werd ook gebruikt om het graan te malen voor de Coöperatieve Handelsvereniging.

Boerenleenbank Leusden
Het bestuur van afdeling Leusden van de Nederlandse Christelijke Boeren Bond richtte op 27 maart 1902 de Boerenleenbank te Leusden op. De landbouwers G. van den Hengel, A. de Lange en H. de Jong waren de eerste bestuurders. In 1913 kwam het bestuur met het voorstel om bij de Boerenleenbank een coöperatieve handelsvereniging te voegen naar voorbeeld van Achterveld en de omringende gemeenten. De boeren in Leusden kozen echter voor een andere aanpak. Zij vonden het niet verstandig een coöperatieve handelsvereniging, de leverancier van goederen, onder één bestuur te brengen met de Boerenleenbank, de eventuele geldschieter.

Handelsvereniging Leusden
De besprekingen in 1913 resulteerden wel in een informele aankoopvereniging. Deze vereniging werd in 1917 omgezet in de "Coöperatieve Handelsvereniging Leusden en Omgeving tot den aankoop en verkoop van bedrijfsbenodigdheden en het malen van graan en veevoeder". Op 3 maart 1927 besloten de leden een losplaats aan te leggen op een hoekje land dichtbij de toenmalige halte van de spoorlijn aan de Hamersveldseweg. De grond werd ter beschikking gesteld door Mr. A. J. de Beaufort en in de loop van 1929 kwam bij de losplaats een pakhuis. Het complex van losplaats en pakhuis werd in de winter van 1940-1941 uitgebreid met een grasdogerij-installatie. Het geheel staat sinds jaar en dag bekend onder de naam De Coöperatie.
De melk van de boeren uit Leusden werd voor het grootste deel verwerkt door Roomboterfabriek "De Vooruitgang" in Woudenberg.