Boerendorpen
Na de Tweede Wereldoorlog werkte nagenoeg iedereen
in Leusden als vanouds op het land. Dat gold voor de kerkdorpen
Hamersveld en Nieuw Leusden en voor de verspreid liggende
buurtschappen. Ook de gemeente Stoutenburg, waar Achterveld onder
viel was agrarisch. Leusden en Stoutenburg hadden dezelfde
burgemeester en ambtenaren. Beide gemeentebesturen zagen geen
noodzaak om zich bezig te houden met uitbreidingsplannen. Vanwege
de woningnood werden wel enkele woningwetwoningen gebouwd, maar
eigenlijk vond men rijtjeshuizen en zelfs twee onder één kap maar
armoedig.
Pas in de jaren vijftig werden meer woningen gebouwd in
Stoutenburg en in Hamersveld achter het toen nieuwe Gemeentehuis en
ook achter de Dorpskerk in Leusbroek, zoals Nieuw Leusden vanaf die
tijd genoemd werd. De bevolking Leusden was in 1960 met 1000
toegenomen tot 3300 inwoners. De meeste nieuwe woningen stonden in
Hamersveld. De bewoners waren toen voor een belangrijk deel niet
meer werkzaam in de landbouw.
Landelijke groeikern
Midden jaren zestig kreeg Leusbroek nieuwbouw van 500
woningen, maar de echte groei kwam iets later in Hamersveld. Op de
achtergrond speelde de Nota Ruimtelijke Ordening, die spreiding van
de bevolking voorschreef. Leusden kreeg de status van landelijke
groeikern. Op het gemeentehuis werkte men aan uitbreidingsplannen
tot wel honderdduizend inwoners en met hoogbouw van 20 woonlagen.
Een sterke groei zou een annexatie door Amersfoort - à la Hoogland
- voorkomen. Uiteindelijk koos de gemeenteraad in 1969 voor een
structuurplan met 47.000 inwoners in het jaar 2000. Als eerste fase
van dit plan werden vanaf 1970
zes nieuwe wijken gebouwd, waarvan de wijk Rozendaal het meest
vernieuwend was en daarmee kenmerkend voor een veranderend
Leusden.
Europarkstad
In deze wijk bouwde NV Eurowoningen voor het eerst op
grote schaal in Nederland drive-in woningen volgens een nieuw
concept wat betreft woonomgeving. De architecten Klunder en
Zuiderhoek ontwierpen resp. woning en stedenbouwkundig plan. Huizen
in halfronde bouwblokken waardoor de voorgevel smaller was dan de
achtergevel. Veel privacy, steeds een ander uitzicht en direct
verbonden met de natuur was het motto Bewoners konden zelf een
keuze maken uit legio indelingsmogelijkheden. De woonerven kregen
namen van idyllische Europese landstreken, alfabetisch geordend
zodat bezoekers zich konden oriënteren. De setting van autoluwe
woonerven maakte het begrijpelijk dat geadverteerd werd met 'wonen
in Europarkstad'.
Niet alleen de architectuur sprong in het oog, ook het
gezamenlijke beheer van groen en faciliteiten als zwembad en
tennisbaan trok veel aandacht, nationaal en internationaal.
Olympische helden als Ard Schenk en Anton Geesink zetten met hun
aanwezigheid het gereedkomen van de eerste modelwoningen in 1970
luister bij. Toch werd de Parkstad geen onverdeeld succes. De
eerste plannen gingen uit van 1100 woningen, maar het werden er
476. Door gestegen loon- en materiaalkosten verkochten de huizen
slechter dan verwacht. Na Henegouwen werden geen nieuwe
Eurowoningen gebouwd. In het resterende gebied, waar straten tot
aan de letter Z gepland waren, werden vanaf 1973 de huizen van de
wijk Alandsbeek gebouwd.
Leusden Centrum
In deze stedelijke dynamiek werd de naam Hamersveld niet
meer passend gevonden. Leusden klonk veel Nederlanders wel bekend
in de oren al was het maar door het militaire oefengebied op de
Leusderheide. Die naam kreeg na de samenvoeging van Leusden en
Stoutenburg tot een gemeente met 9000 inwoners dan ook de voorkeur
van de nieuwe gemeenteraad. Hamersveld zou voortaan Leusden Centrum
heten, Leusbroek werd Leusden Zuid. Het oostelijk gedeelte van
Leusden bleef Achterveld.
KNALgroen
In 1973 raakten details bekend van een volgende
uitbreidingsfase waarbij ook gebouwd zou worden ten oosten van het
Valleikanaal en in de Schoolsteegbosjes. Volgens die plannen zou de
bevolking van 15000 inwoners verdrievoudigen. Onder de inwoners
rees een storm van protest. Actiegroep KNALgroen bundelde dit
verzet en verzamelde maar liefst 3500 bezwaarschriften.
De uitbreidingsplannen werden daarop beperkt. Dat kon ook doordat Leusden vanaf 1976 geen landelijke groeikern meer was. Er kwamen nog verschillende nieuwe wijken, maar de grootse plannen van de jaren zestig werden niet meer gerealiseerd. De bevolking stabiliseerde rond de 28000 waarvan 22000 in Leusden Centrum. Het oude dorp had plaats gemaakt voor wijken met stedelijke allures.