Vestingtoren Achter de Muren/Vispoort

Ommuring van de stad

Tijd van steden en staten

Kort na de inval van de Vikingen in 882 werd ter bescherming van Deventer als handelsplaats en bisschopszetel een aarden wal rond de nederzetting aangelegd, bestaande uit zand en graszoden. Op die wal, die aanvankelijk 4,5 m hoog was, bevonden zich vermoedelijk houten palissaden en mogelijk zelfs een muur van tufsteen. Bij opgravingen in 2009 tussen de Walstraat en de Boreel is ook een forse tufstenen toren uit de 12de eeuw aangetroffen.

De eerste stenen muur met vestingtorens

Vanaf 1230 werd de aarden wal aan de stadszijde afgegraven en werd in de wal een hoge bakstenen muur geplaatst. Ook de Brink en het Bergkwartier kwamen binnen die ommuring te liggen. Tegen de muur werden op verschillende plaatsen halfronde vestingtorens aangebouwd. Twee van die torens zijn bewaard gebleven, zoals het exemplaar bij Achter de Muren/ Vispoort uit ca. 1230. In deze toren zijn twee soorten gaten te onderscheiden: de grote werpgaten (later dichtgemetseld) van vóór de uitvinding van het buskruit en de kleine schietgaten van latere tijd. Buskruit werd in Deventer voor het eerst in 1348 gebruikt.

De tweede muur met rondeeltorens

In de loop van de 14de eeuw werd enkele meters vóór de eerste ringmuur een tweede zware muur gebouwd, die iets lager was dan de eerste. Zodoende kon men vanaf de binnenste muur over de buitenste heen schieten. In de buitenste stadsmuur bevonden zich ook rondeeltorens. Op de hoek Smedenstraat/Sijzenbaan werd in 2003 de fundering van zo'n rondeeltoren met een muurdikte van 1,80 m blootgelegd. De toren stak naar buiten uit, zodat de verdedigers de vijand op de aanvalsladders makkelijker konden beschieten. Boven op de muur stond een borstwering met kantelen. De benodigde bakstenen werden geleverd door een viertal stenen- en pannenbakkers, die op de stadsweide hun bedrijf uitoefenden.

Binnen- en buitenpoorten

In de stadsmuren werden op diverse plaatsen poorten aangebracht. Er was altijd sprake van een binnen- én een buitenpoort. Op een schilderij van H.A. Noordijk is vanaf de stadszijde de Binnen-Vispoort afgebeeld van vóór de afbraak in 1838. Door de boog is een stukje van de buitenste muur te zien, waarin zich de Buiten-Vispoort bevond. Aan de IJsselzijde stonden aan weerszijden van de poort twee dikke ronde torens. Behalve de Vispoort kende Deventer de Bergpoort, de Zandpoort, de Duimpoort, de Noordenbergpoort, de Brinkpoort en nog een reeks kleinere poortjes.

Uitbreiding verdedigingsbouwwerken

Na voltooiing van de stadsmuren zijn in de 15de en 16de eeuw nog enkele belangrijke verdedigingsbouwwerken aangelegd: de gigantische Noordenbergtoren, het rondeel De Keizer buiten de Brinkpoort en het eerste bastion Graaf van Buren aan de IJssel. Buiten de stad bestond nog een verdedigingssysteem: de zogenaamde landweer. Dat was een lange linie van versperringen bestaande uit greppels en wallen, begroeid met doornstruiken. Bij de doorgangen bevonden zich versterkte wachttorens, zoals het Koerhuis en de Swormertoren. Rond 1500 liet het stadsbestuur langs de IJssel een stenen kademuur bouwen, die in de Tachtigjarige Oorlog fors werd verhoogd. Toen de stadsmuren niet meer bestand bleken tegen grof geschut werd tussen 1597 en 1621 op aandrang van Prins Maurits door diens vestingbouwer Adriaan van Alkmaar een geheel nieuwe verdedigingsgordel aangelegd. De vesting telde zeven nieuwe bolwerken met ravelijnen in de brede gracht ervoor.

Afbraak

Na 1880 werden de vestingwerken afgebroken, omdat ze geen nut meer hadden en er dringend behoefte ontstond aan stadsuitbreiding. Overblijfselen van de oude stadsmuren zijn nu nog aanwezig aan de Welle en de Bokkingshang. Zoals daar nog te zien is bevonden zich aan de binnenzijde van de stadsmuren grote bogen, waaronder ruimte was voor opslag. Die ruimten werden ook als onderkomen verhuurd. Dan werden er kleine huisjes vóór gebouwd. De fraaie ornamenten van de Buiten-Bergpoort, in 1619 ontworpen door de Amsterdamse stadsarchitect Hendrick de Keyser, werden door de gemeente Deventer in 1880 om niet geschonken aan het Rijksmuseum in Amsterdam, waar ze zijn aangebracht op een poort in de tuin van het museum. Initiatieven uit de Deventer burgerij om de Deventer Bergpoort terug te plaatsen in Deventer hebben tot op heden niets opgeleverd.