De Spaarndammerdijk vormde vanaf het ontstaan van het hoogheemraadschap de noordelijke grens van Rijnlands gebied. Hij beschermde het achterland tegen het IJ. Het onderhoud van de dijk vond eeuwenlang op een middeleeuwse manier plaats, door middel van verhoefslaging. In dit geval wil dat zeggen dat alleen de aangelanden, degenen die land hadden dat direct aan de dijk grensde, tot onderhoud verplicht waren. Zij waren dijkplichtig. Bij een doorbraak moesten ook de andere ingelanden van het dijkambacht assistentie verlenen: zij waren waalplichtig.
Door bodemdaling en een stijgend hoogwaterpeil van het IJ moest de dijk hoger en zwaarder worden. De dijkplichtigen kregen steeds meer moeite met het onderhoud. Dit was de inzet van een slepend conflict dat bijna de hele 16de eeuw duurde. De dijkplichtigen verzochten Rijnland een nieuw systeem in te voeren waarbij ook de andere ingelanden aan het onderhoud zouden bijdragen. Rijnland ging hier niet op in. Wel moest het hoogheemraadschap de kosten dragen van buitengewone schade, zoals bijvoorbeeld ontstaan na de dijkdoorbraken in 1508 en 1509. Maar nog in 1529 handhaafde het Hof van Holland de bestaande vorm van onderhoud.
Met een akkoord in 1544 kwam er schot in de zaak. Het systeem van verhoefslaging zou blijven bestaan, maar Rijnland zou de bolwerken - houten beschoeiingen die waren aangebracht op eerder doorgebroken gedeelten - in onderhoud overnemen. Ook landen die door de eigenaar werden verlaten zouden voor rekening van Rijnland komen. In 1552 stelde Rijnland een nieuwe verdeling van het onderhoud voor. Alle waalplichtigen zouden ook dijkplichtig worden. De grond in de dijkambachten moest daartoe worden opgemeten, maar deze meting heeft waarschijnlijk geen enkel effect gesorteerd.
Pas in 1578 veranderde er daadwerkelijk iets. Rijnland sloot een overeenkomst met de ambachtsbesturen van Spaarnwoude, Hofambacht en Houtrijk-Polanen om het onderhoud van het westelijk deel van de dijk over te nemen. De reden hiervoor was de desolate toestand van de dorpen, die zwaar te lijden hadden gehad van oorlogshandelingen. In 1581 werd een akkoord gesloten met de ingelanden van Osdorp, Sloten en Sloterdijk om ook het onderhoud van het oostelijk deel over te nemen. Dit akkoord werd in 1593 bevestigd door een contract met de besturen van Sloten en Sloterdijk. De Spaarndammerdijk kwam nu in z'n geheel voor rekening van Rijnland en was daarmee een van de eerste regionale dijken die gemeenschappelijk werd onderhouden.
»Bijschrift bij de afbeelding:
Kaart, gemaakt in 1457 naar aanleiding van een civiel proces
voor hoogheemraden van Rijnland tussen de eigenaresse van grond
langs de Spaarndammerdijk en een van haar pachters over de plicht
tot onderhoud van een gedeelte van de dijk. De kaart is de oudste
kaart uit Rijnlands kaartenverzameling.