Het voortgezet onderwijs in Nieuwegein kreeg in 1994 een nieuwe impuls met de oprichting van het Anna van Rijn College. De scholengemeenschap komt voort uit een fusie tussen de voormalige openbare scholen De Randijk en De Bundel. De fusie was een gevolg van het overheidsbeleid, waarin nieuwe kansen werden gezien om via fusies een breder aanbod van onderwijs te realiseren en toch de kosten beheersbaar te houden. De nieuwe school pakte deze kansen aan. Het verbreedde het aantal afdelingen en kreeg goede doorstroommogelijkheden binnen de school voor haar leerlingen. Daarnaast nam de school het initiatief om als eerste in de provincie Utrecht het tweetalig onderwijs te introduceren. Het Anna van Rijn College behoort tot de tien scholen in Nederland die wegbereider zijn geworden voor de sterke groei en verbreding van het tweetalig onderwijs in Nederland.
Internationale oriëntatie
Met de oprichting van het Anna van Rijn College kreeg het
onderwijs binnen de school ook een sterke internationale oriëntatie
en een kwalitatief hoogwaardig aanbod tweetalig onderwijs.
Leerlingen worden voorbereid op een globaliserende wereld. De
school gaat er vanuit dat je een voorsprong hebt als je goed de
Engelse taal spreekt. De leerlingen zijn betrokken bij talloze
uitwisselingsprojecten met scholen verspreid over de hele
wereld.
Mondiaal beleid
Vanuit deze oriëntatie zijn twee leerkrachten van de school
betrokken geweest bij de tot standkoming van de stedenbanden die de
gemeente Nieuwegein onderhoudt met de steden Pulawy in Polen en
Rundu in Namibie. Via deze stedenbanden kreeg het internationale
beleid in Nieuwegein een concreet gezicht. In onderling overleg met
de partnersteden en stedenbandgroepen in Nieuwegein worden
internationale activiteiten opgezet en ondersteund, zoals
inhoudelijke samenwerkingsprojecten en fondsenwervingscampagnes. In
2009 bestond de stedenband tussen Nieuwegein en haar partnersteden
15 jaar.
Anna van Rijn
Het college werd vernoemd naar jonkvrouwe Johanna van Rhijn van
Jutphaes, de katholieke weldoenster uit de zestiende eeuw. Anna van
Rijn was inwoonster van het zestiende-eeuwse Jutphaas. Zij leefde
in de turbulente zestiende eeuw en - zeer bijzonder voor die tijd -
bereikte de leeftijd van ongeveer 95 jaar. Anna van Rijn was een
tijdgenoot van Karel V, Filips II, Willem van Oranje en vele andere
bekende en minder bekende figuren uit de geschiedenis. Zij beleefde
dit stormachtige tijdperk vanuit het bescheiden landgoed Rijnhuizen
aan de oever van de Vaartse Rijn in het dorpje Jutphaes. Op het
Kerkveld van dat dorpje stonden vijf Godskameren, gesticht door
Anna van Rijn. Zij bepaalde in haar testament dat vrije woning zou
worden geschonken aan behoeftige mensen. Aan de muur van deze 'Anna
van Rijn huisjes' was in 1760 een houten bord aangebracht met
daarop een herinneringstekst waarvan de laatste vier regels
luiden:
Haer edel stam is nu vergaen;
Wat bukt niet voor de tyt?
haer stamhuis en haar Hof nog staat
in deze wereld wijd
Anna van Rijnlezing
De school houdt de herinnering aan de weldoenster van Jutphaas
niet alleen levend door de naam, maar sinds 1994 ook door onder
meer de jaarlijkse Anna van Rijnlezing. Burgers van
Nieuwegein worden betrokken bij het gedachtegoed van Anna van Rijn
dat via de sprekers met een grote reputatie in hun lezing wordt
vertaald. Zij behandelen jaarlijks een onderwerp wat raakvlak heeft
met de actualiteit en met het onderwijs. Sprekers, zoals
oud-staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur & Wetenschappen
(1998-2002) K.Y.I. (Karin Jansen) Adelmund (1949-2005),
opiniepeiler/ondernemer Maurice de Hond,
historicus/Amerika-deskundige Maarten van Rossum en Minister van
Economische Zaken (2007-2010) M.J.A. (Maria) van der Hoeven zijn
daarvan sprekende voorbeelden. De gemeente Nieuwegein kent sinds
2005 de Anna van Rijn Erepenning voor mensen die zich
inzetten voor de Nieuwegeinse stad en samenleving.
Groei
Sinds de oprichting is het Anna van Rijn College in 2010
uitgegroeid tot een middelbare school voor leerlingen van elk
niveau, met drie locaties. In totaal heeft het Anna van Rijn
ongeveer 2000 leerlingen. De school groeit uit naar een volledig
tweetalig aanbod in alle onderwijsafdelingen. En dat is uniek in de
regio.