Nieuwegein was door de rijksoverheid aangewezen als zogeheten 'groeikern' en moest 50.000 inwoners gaan tellen. De term 'groeikern' komt van het 'groeikernenbeleid', dat in 1972 gestalte kreeg. Dit beleid, waarmee de overheid het verstedelijkingsproces in goede banen wil leiden, was gebaseerd op een model dat in jargon bekend staat als 'gebundelde deconcentratie'. De nieuwe stad had een hart nodig. Jutphaas en Vreeswijk waren voor de samenvoeging al aan het uitbreiden met nieuwbouw, maar hun dorpskernen bleken te klein om als centrum van de nieuwe gemeente te dienen. Daarom werd het lege gebied tussen beide plaatsen aangewezen als de locatie voor een nieuw te bouwen binnenstad. In dit lege gebied moest een bruisend stadshart verrijzen met voorzienigen waar de bewoners van de nieuwe stad elkaar kunnen ontmoeten, een scala aan winkels konden vinden en men zou kunnen genieten van kunst en cultuur.
Aanvang stadscentrum
In 1974 werd de eerste paal van het gemeentehuis van de nieuwe
stad Nieuwegein geslagen dat in 1976 in gebruik werd genomen en
daarmee werd een begin gemaakt met de bouw van het stadscentrum.
Nog eenzaam op het platteland tussen Jutphaas en Vreeswijk stond
het gemeentehuis van Nieuwegein er, want het terrein tussen
Noordstedeweg en Zuidstedeweg was op dat moment nog spaarzaam
bebouwd. De rest van het centrum moest nog worden gebouwd.
Het was de tijd van de democratiseringsgolf. Betrokkenen eisten en
krijgen van de overheid invloed op belangrijke beslissingen.
Nieuwegeiners konden inspreken over de verdere invulling van het
stadscentrum. De financiële tijden voor Nieuwegein waren nog goed.
Het besluit om de sneltram aan te leggen was zojuist genomen De
tramlijn vormde de verbindingsader. Tussen het tramstation en het
gemeentehuis werd het winkelcentrum Cityplaza
geprojecteerd.
Projectontwikkelaar Wilma won de prijsvraag voor de
ontwikkeling van het stadscentrum. Het ambitieuze plan was
gebaseerd op een grote 'plaat' waarop voorzieningen, winkels en
verschillende soorten woningen moeten komen. Grachtjes en knusse
doorkijkjes zouden het gevoel van gezelligheid opwekken, met onder
De Plaat de parkeervoorzieningen. Het plan omvatte ook de
bouw van 2.200 vooral koopwoningen. Niets leek uitvoering van het
plan in de weg te staan. Maar het zou nog lang duren voordat het
stadscentrum zou zijn verrezen ...
Recessie in de bouw
Eind jaren zeventig keerde het economische tij. De recessie raakte
ook de bouwplannen van Nieuwegein. De woningmarkt zakte in en de
angst bestond dat de beoogde appartementen op De Plaat in
deze economische omstandigheden nooit verkocht zouden worden.
Hierdoor strandde de financiering en daarmee ook de uiteindelijke
realisatie van het gehele plan.
Het stadscentrum kon alleen gerealiseerd worden door externe
projectontwikkelaars en worden gefinancierd door beleggers en
grootwinkelbedrijven die bereid zouden zijn zich in het centrum te
vestigen. De rollen waren nu omgedraaid en de wethouder stond bij
de beleggers op de stoep.
Niet iedereen vertrouwde op de goede afloop; immers Nieuwegeiners
waren inmiddels al zo gewend voor hun inkopen naar Utrecht te gaan.
De gemeente drong er daarom op aan dat in het plan een ondergrondse
parkeergarage zou worden gerealiseerd, waar bezoekers gratis kunnen
parkeren. Ook wilde de gemeente eigenlijk meer een stadscentrum
bouwen dan een winkelcentrum met een hoofdstraat en een centraal
plein van allure. Maar de belegger, het Algemeen Burgerlijk
Pensioenfonds (na privatisering (1996) Stichting
Pensioenfonds ABP) bepaalde anders en wenste een winkelcentrum
met overkapping.
In 1982 presenteerde de gemeente het plan dat De Plaat
zou vervangen; ontworpen door de Rotterdammer Jan Hoogstad die als
architect de stroming van het neorationalisme vertegenwoordigde.
Zijn bureau (1959) groeide uit tot Ector/Hoogstad
Architecten dat vele jaren later het nieuwe gebouw zou
ontwerpen van het researchinstituut FOM Differ; mei 2015
vertrokken uit Nieuwegein naar de campus van de Technische
Universiteit Eindhoven. Hoogstad mocht in 1982 deze ideeën
vormgeven. Met zijn ruimtelijke ontwerp hield hij de verhoudingen
begrijpelijk en overzichtelijk voor de mensen. In zijn plan werden
de koopwoningen omgevormd tot premie- huurwoningen. City
Plaza werd daarom een naar binnengekeerd complex met een
gesloten karakter. Vanwege de recessie tijdens de bouwperiode bleek
geen geld beschikbaar voor duurzame bouwmaterialen.
Voor het Stadscentrum Nieuwegein werd in 1983 eindelijk
een belegger gevonden. Op woensdag 22 juni 1983 gaf
staatssecretaris voor Economische Zaken P.H. (Piet) van Zeil
(1927-2012) het startsein voor de bouw van het Stadscentrum
Nieuwegein. Hij deed dat samen met burgemeester H. (Mannus)
Flik (1925-1911) en wethouder G.J. ter Stege door een metalen koker
met een oorkonde in te graven op de plek waar het
Stadscentrum zou verrijzen. Op maandag 3 oktober 2011 zou
wethouder B. Lubbinge als een van de laatste handelingen voordat De
Markt zou worden afgesloten, samen met de achtjarige
miniburgemeester Pit Lempens, de oorkonde weer opgraven. Zo werd in
het kader van de aanvang van de tweede bouwfase van de nieuwe
Binnenstad afscheid genomen van het City
Island.
Bruisend stadshart
City Plaza werd uiteindelijk in september 1985 geopend.
Het is een koopcentrum geworden, met een marktplein in plaats van
een plein van allure. In het persbericht bij de opening van
City Plaza stond te lezen:
"Cityplaza is een harmonisch winkelcentrum, ... (red). Het
totale
winkelcentrum kreeg een markante en konsekwent
doorgevoerde
vormgeving en huisstijl die Cityplaza een onvervreemdbare
identiteit
verlenen. De gunstige ligging in het centrum van
Nieuwegein geeft
Cityplaza bovendien een functie van stadshart, een
sociale functie als ontmoetingscentrum".
In 1985 opent ook Theater de Kom, dat als apart project is ontwikkeld, zijn deuren. Ook werd Cityplaza Plus ontwikkeld, ten westen van de sneltramhalte. In dit plan zijn winkels, woningen, de bioscoop en de´badkuip´een disco en een groot deel van de kantoren aan de Zuidstedeweg opgenomen. Deze bouwactiviteiten dateren van 1987. Al zijn de meningen verdeeld; in de eerste jaren is het stadscentrum toch het centrum geworden waar bezoekers graag vertoeven. Zo maken De Markt, het Theater De Kom, de bibliotheek en de horeca het centrum onder de nieuwe naam De Binnenstad tot meer dan een winkelcentrum!