Herbergen

Overnachten langs een oude handelsweg

De Tolakkerweg was al eeuwen een verbindingsweg tussen Utrecht en Hilversum. Er stonden langs deze handelsweg veel herbergen. Reizigers konden er eten, overnachten en ook hun paarden laten verzorgen en wagens laten repareren. Ook de lokale bevolking kwam in de herberg voor een glas wijn of bier en een praatje of een nieuwtje uit Utrecht.

Iemand die in de 17e eeuw vanuit Utrecht, langs het Zwarte Water en de Oostveense vaart naar het noorden reisde, kwam eerst langs de herberg Koningslust. Verder naar het noorden lag bij Blauwkapel het Zwarte Paard. Op de hoek van de Groenekanse weg lag de "De Groene Kan". De herberg lag gunstig op een kruising van vaarten en wegen, nog dichtbij de Utrechtse stadsmuren. Bij Maartensdijk lag bij het huis Persijn Het Jagershuis. Even verderop lag de Tolakker en nog iets verder het café Halfweg. Pas na 1900 ontstonden bij Hollandsche Rading door het toenemende aantal dagjesmensen en rustzoekers, hotels, cafe's en diverse theehuizen met soms een grote speeltuin ernaast.

Van herberg tot gemeentehuis: de Tolakker

Op een kaart uit 1641 werd de boerderij, annex herberg De Tolakker al ingetekend met drie los staande gebouwen. Na de Franse tijd werd de "Tolakker" door de nieuwe Gemeenteraad als Rechthuis gebruikt. In 1880 kwam er een nieuwe wet: "Er mocht niet meer vergaderd worden in een ruimte waar drank geschonken werd". Drie jaar later huurde het gemeentebestuur van de eigenaar P. Meyer toch een ruimte in de herberg voor de tijd van 18 jaar. De huur was 250 gulden per jaar. De eigenaar zou voor het bestuur het voorhuis verbouwen en losmaken van het achterhuis. In 1907 kocht de Gemeente het voorhuis van de weduwe Meyer. Zo ontstond uit de oude herberg het latere Gemeentehuis van Maartensdijk. Nu is het een Rijksmonument. Een markant gebouw met trapgevel op de hoek van Dorpsweg en Tolakkerweg.

Gemeenthuizen in Westbroek en Achttienhoven

De twee herbergen in Westbroek en Achttienhoven werden door schout en schepenen gebruikt voor hun vergaderingen. Na de Franse tijd, toen de Gerechten Gemeentes werden met een Gemeenteraad, bleven deze herbergen "Rechthuis", later gemeentehuis genoemd.

In 1916 brak in de herberg van Achttienhoven brand uit. De vloer was geveegd en al het stof werd in de kachel geschoven. Er ontstond een explosie en herberg, boerderij en gemeente- kamer brandden geheel uit. Na enige discussies werd het Rechthuis van Westbroek van 1917 tot 1957 door de beide gemeentes gebruikt.