Door het leenstelsel raakte de macht verbrokkeld. De opvolgers van bisschop Ansfried bezaten de politieke macht over het Sticht Utrecht. Eerst handelden zij nog uit naam van de Duitse keizer. Al spoedig werden zij zelfstandige vorsten net als de hen omringende hertogen en graven.
Gelderse Vallei
Al deze regionale machthebbers twistten voortdurend om de
heerschappij. Gelre controleerde door het bezit van de Veluwe de
voor de bisschop belangrijke route naar Deventer in het
Oversticht. De Gelderse Vallei werd een strijdgebied. Daar
verrezen woontorens die zich soms tot kastelen ontwikkelden. De
bewoners ervan verwierven aanzien door hun ridderlijke leefwijze.
Daarnaast werden strategisch gelegen versterkte boerderijen als
militaire steunpunten ingezet, bijvoorbeeld Voskuilen en Romselaar.
De lokale heersers die daar vanouds woonden werden als dienstmannen
van de graaf of de bisschop pionnen in hun machtsspel
Lockhorst
De familie Van Lockhorst waakte over het
bisschoppelijk bezit rond de Hohorst. De Lockhorsten woonden
iets ten zuiden van de Hohorst op een versterkte kasteelheuvel of
'motte', beschermd door de beek. Omdat de eerste vermelding van
Lockhorst pas uit 1245 dateert, is over de vroegere periode niets
met zekerheid te zeggen. Waarschijnlijk hebben voorgangers op
Lockhorst het door Ansfried in 1006 gesticht klooster beschermd.
Monniken konden zichzelf immers niet zelf verdedigen, omdat zij als
geestelijken geen wapens mochten dragen. Dit was in die tijd de
taak van ridders.
Vanf de veertiende eeuw speelden Van
Lockhorsten een belangrijke rol bij het bestuur in Utrecht en
Leiden. Over hun bemoeienissen met de het Leusdense bezit is vanaf
de veertiende eeuw weinig bekend.
Stoutenburg
Dichter bij Gelre bouwde Wouter van Amersfoort in
1252 in Stoutenburg een kasteelboerderij; misschien stond er al een
versterkte woontoren. Wouter kwam uit een voorname familie, waaruit
de bisschop steevast de maarschalk van Eemland koos die namens de
bisschop toezicht hield op bestuur en rechtsspraak. Dat deed de
maarschalk ook in de nederzetting, die vanaf de elfde eeuw
aan de Eem ontstond. Toen Amersfoort in 1259 stadsrechten verkreeg mochten de burgers
zichzelf besturen en rechtspreken. De functie van Wouter werd dus
uitgehold, maar daar stond wel wat tegenover. Wouter kreeg
financiële steun van de bisschop voor de bouw van een kasteel in
Stoutenburg, op voorwaarde dat Wouter zijn bezit daar zou afstaan
aan de bisschop. De tot dan zelfstandige Wouter werd een leenman,
die zijn heer-bisschop met raad en daad zou bijstaan tegen Gelre.
Omgekeerd werd Wouter door de bisschop, zijn leenheer dus,
beschermd en onderhouden. De bisschop gaf aan Wouter het kasteel
met de opbrengst die daar bij hoorde in leen. Wouter en zijn
nakomelingen werden dienstmannen en zij noemden zich voortaan Van
Stoutenburg.
De grensconflicten duurden nog eeuwen voort. Pas nadat Gelre in 1543 haar zelfstandigheid had opgegeven aan Karel V kwam hieraan een eind.
Van het kasteel Stoutenburg is alleen een deel van de slotgracht te herkennen. Het tegenwoordige kasteel Stoutenburg uit 1888 staat honderden meters ten zuidwesten van de oorspronkelijke plaats.