De oudste kerk van Leusden wordt nu gedateerd op 750, en fungeerde als het centrum van bekering van de wijde omgeving. Vele andere kerken zijn als dochterkerk vanuit Leusden begonnen. Nog tot diep in de middeleeuwen was de kerk in Leusden de belangrijkste doop- en begraafkerk.
In 2002 werd op de oude begraafplaats in Leusden archeologisch onderzoek uitgevoerd. Er werden resten gevonden van nederzettingen van de Steentijd tot in de middeleeuwen. Een paar rijke graven uit de Merovingische periode toonden aan, dat hier toen een belangrijk centrum was gevestigd. Het ging misschien wel om de Villa Lisiduna, een belangrijk bestuurscentrum dat in de tijd van Karel de Grote al genoemd werd. Bij deze villa zal het oudste kerkje behoord hebben en van hier uit zullen missionarissen actief zijn geweest.
Vanaf 1005 wordt de dorpskerk van Leusden officieel in de bronnen genoemd, als hij wordt geschonken aan de nabijgelegen abdij Hohorst. De kerk behoort, samen met Zeist en Doorn, tot de drie 'oerparochies' van het oostelijk deel van Utrecht. Vanuit die oerparochies werden kerken gesticht in de omliggende dorpen. Zo was Leusden de moederparochie van onder meer Soest, Bunschoten, Amersfoort en Woudenberg. De kerk werd gebouwd als een Romaanse tufstenen zaalkerk. In de 13de eeuw werd een bakstenen toren gebouwd. Een eeuw later werd de kerk in gotische stijl uitgebreid. In 1826 is het gebouw afgebroken, alleen de toren staat nog overeind.
De oude nederzetting van Leusden was een centrum van de ijzerindustrie. Veel ijzerresten zijn in de omgeving gevonden. Toen de productie afnam en door de ontginningen het landbouwgebied steeds verder weg kwam te liggen, verloor het dorp aan betekenis en verhuisden vele inwoners een stuk verderop, waar het huidige Leusden ligt. De kerk kwam toen ook nogal excentrisch te liggen.