Zwaardgekletter, geweervuur en kanongebulder zijn meermalen te horen geweest in Diemen. Vooral in het jaar 1573 was het raak en de Diemerzeedijk vormde daarbij het strijdtoneel. Militair gesproken waren dijken namelijk van strategisch belang. Want in het vaak drassige Holland waren de op dijken liggende paden of wegen vaak de enige die het hele jaar door begaanbaar waren. De weg over de Diemerzeedijk was bovendien een belangrijke toegangsweg tot, het sinds de 13de en 14de eeuw enorm in betekenis toegenomen, Amsterdam. Voor een aanval op deze stad was het bezit van de dijk essentieel en voor de verdediging ervan natuurlijk ook. Dat bleek vooral in de 16de eeuw, al moet er ook eerder krijgsgeweld op de dijk geweest zijn. Zo werd in 1303 Amsterdam belegerd. Bij zo’n beleg hadden ook omringende dorpen het nodige te verduren maar daarover is nauwelijks iets bekend.
In 1508 en 1512 werd Amsterdam door Gelderse troepen bedreigd. Die moeten in 1512 zeker over de Diemerzeedijk zijn opgetrokken. Diemen werd toen platgebrand en geplunderd. In 1566, het jaar van de Beeldenstorm, moet krijgsvolk van opstandelingenleider Hendrik van Brederode óók Diemen hebben aangedaan. En in 1573, in het tweede jaar van de hervatte opstand tegen landsheer Filips II (ook koning van Spanje), waren het Spaanse troepen die over de dijk marcheerden. In westelijke richting, om het opstandige Haarlem te gaan belegeren, na eerst Naarden te hebben platgebrand en de bewoners te hebben uitgemoord. Het toen nog regeringsgetrouwe Amsterdam diende hen daarbij als steunpunt.
Tot driemaal toe hebben legereenheden van de opstandelingen - de geuzen - geprobeerd de dijk te veroveren om zo deze aanvoerroute van het Spaanse leger af te snijden. Vooral ter hoogte van de Ipeslotersluis werd fel gestreden, in december 1572 zelfs op het ijs van het bevroren Buiten IJ.
In het voorjaar daarop vonden hier ook scheepsgevechten plaats. Pas in hun derde poging waren de geuzen succesvol. Alleen mocht het toen niet meer baten want kort daarop moest het uitgeputte Haarlem zich, na een beleg van een half jaar, overgeven. Pas in het najaar zou de Spaanse opmars voor Alkmaar tot staan worden gebracht en met Leidens Ontzet, in oktober 1574, werd het Spaanse leger tot een volledige aftocht gedwongen.
De inwoners van Diemen lijken overigens niet zo betrokken te zijn geweest bij de opstand tegen de tirannie van landsheer Filips II. De strijd tegen hem werd vooral vanuit de steden gevoerd en was meer een zaak van burgers dan van boeren. Bovendien bleef het machtige Amsterdam de Spaanse landsheer nog tot 1578 trouw. Ook dat zal zeker invloed hebben gehad op de houding van veel inwoners van het nabije Diemen. Geloofsoverwegingen kwamen daar vast nog bij. Want geloof was belangrijk in deze eeuw van godsdiensttwisten tussen katholieken en protestanten. De katholieke landsheer Filips II probeerde het protestantisme met harde hand te onderdrukken. Hoewel verreweg de meeste Nederlanders, zowel protestantse als katholieke, niets moesten hebben van godsdienstige onverdraagzaamheid waren het vooral protestantse christenen die in het verzet tegen Filips II de boventoon voerden. De protestanten hadden immers het meest te lijden van de vervolgingen terwijl in het Diemen van die jaren veel inwoners het katholieke geloof trouw bleven.
Jaap Haag
Verder lezen: Theodorus Velius, Chronijck van Hoorn (heruitgave), Hoorn 2007. En: Henk van Nierop, Het verraad van het Noorderkwartier. Oorlog, terreur en recht in de Nederlandse opstand, Amsterdam 1999