Het gebeente van Erasmus
Erasmus heeft aan het einde van zijn leven lange tijd in Bazel gewoond en gewerkt en is daar in 1536 gestorven. Hij is in de kathedraal, het Munster van Bazel, begraven. Wegens werkzaamheden die daar op een gegeven moment werden uitgevoerd moest het graf worden geopend; zijn gebeente werd elders bewaard en onderzocht. Zijn schedel bleek opmerkelijk klein en bovendien plat aan de achterkant. Zou Erasmus aan de achterzijde van zijn kenmerkende baret altijd een kussentje ter opvulling hebben gedragen?
Aan zijn ellepijp en scheenbeen bevonden zich verdikkingen die tekenen zijn van syfilis. Het is niet duidelijk hoe of wanneer hij deze ziekte heeft gekregen, zeker aangezien hij leefde in een tijd waarin hygiëne lang niet zo vanzelfsprekend was.
Bij nieuwe opgravingen in de jaren 1970 zou het ‘echte’ graf van Erasmus zijn blootgelegd: men vond het namelijk problematisch om syfilis in verband te brengen met de hooggeachte Erasmus. In het naastgelegen graf werd een medaillon aangetroffen waarvan werd aangenomen dat die aan Erasmus zou hebben toebehoord. Op de voorzijde staat het portret van Erasmus en eromheen de woorden “Beeld naar het leven getekend. Een beter beeld zullen u zijn teksten geven.” De schedel die archeologen tijdens de opgravingen bij het skelet aantroffen, verdween echter op mysterieuze wijze. Er zijn alleen nog gipsen afgietsels van bewaard.
Complottheorieën
De zoektocht naar het ware verhaal achter de verdwijning van de schedel van Erasmus is prachtig weergegeven door het Rotterdamse magazine Realmag, nummer 4: De schedel van Erasmus. Er bestaan verschillende complottheorieën over wat er met de schedel is gebeurd. Zo zou de schedel per ongeluk zijn vermorzeld door een lens van een fotograaf. Dit verhaal is echter ongeloofwaardig. Als je iets op een schedel zou laten vallen, breekt deze in de regel in vier of vijf stukken uiteen; de schedel gaat dus niet volledig stuk. Ook zou hij mogelijk vergaan zijn door ongebluste kalk, die na overlijden was aangebracht om lijkstank te verminderen. Deze theorie is echter ook onwaarschijnlijk, aangezien ongebluste kalk niet een dergelijk destructief effect kan hebben. Een andere theorie beweert dat de schedel door iemand is meegenomen en dat het gevonden medaillon nep is; het ziet er na 500 jaar namelijk nog veel te gaaf uit.
Conclusie
Uiteindelijk zou het natuurlijk mooi zijn als er een definitief antwoord op dit raadsel wordt gevonden, maar aan de andere kant is het ook weer niet zo belangrijk; van groter waarde is immers het gedachtegoed dat uit de schedel is ontsproten. Zoals Erasmus over zichzelf liet vermelden op een penning met zijn beeltenis: “Een beter beeld zullen zijn geschriften geven.”