Een hoogbejaarde dame zag op het Augustijnenhof sfeervolle foto’s van de oude binnenstad, die bij haar als een rode lap op een stier werkten.
In plat Dordts: "Het is een schande, ze hebbe alles gesloopt. Mijn huissie in de Kolfstraat en ook het poskantoor, waar nu die spuuglelijke HEMA staat. De hele stad is verpest…" Op de vraag of ze nog in haar oude huisje had willen wonen: "Ben je besodemieterd? Het was er zeiknat, we pleurden bekant door de vloer. De ratten zaten achter het gordijn van het keukenkassie..."
Vervolgens vertrok ze naar de HEMA om daar nog even een boodschap te doen.
Saneringsplan
In 1958 verscheen het 'Basisplan voor de Sanering van de Binnenstad'. Dordrecht was in de ban van de wederopbouw en de plannen hiertoe waren ambitieus. Naar Rotterdams voorbeeld zouden er aan de Buiten Walevest drie enorme flatgebouwen moeten verrijzen met mooi uitzicht op het water. Zoals we dat nu in Zwijndrecht en Papendrecht zien gebeuren. De twee kazernes, die er toen nog stonden, moesten verdwijnen.
Op de Knolhaven, tot aan de achterzijde van de Groenmarkt, zou een nieuw stadhuis worden gebouwd, waarvoor ook een deel van de Nieuwe Haven zou worden gedempt. Het volumineuze winkelcentrum Pelserstraat zou vanaf de Spuiboulevard met de auto bereikbaar zijn. En dat was mogelijk omdat de Spuihaven volledig gedempt zou worden.
En zo zijn er nog wel meer projecten op te noemen waar we nu van zouden gruwelen. Veel van de plannen zijn gelukkig niet doorgegaan, wat niet wegneemt dat de gemeente de stadssanering wel héél voortvarend heeft uitgevoerd. Vrijwel nergens in Nederland is dit zo rigoureus gedaan als in Dordrecht. Uiteindelijk zijn er ongeveer 1900 panden gesloopt, waaronder tientallen monumenten. Van een aantal van die monumenten zijn de voorgevels voor de sloop gespaard gebleven en herplaatst in de Hofstraat en in de Nieuwstraat.
Het postkantoor
Een Canon van Dordrecht zonder het oude postkantoor te noemen, is niet compleet. De sloop van het postkantoor in 1975 kan worden betiteld als hét Collectief Trauma van de Dordtenaren. Met hoofdletters. Toch klinkt dat vreemd, want ondanks dat het een monumentaal gebouw was, stonden de Dordtenaren destijds bepaald niet massaal op de barricaden toen het tegen de vlakte ging. Het lijkt erop dat het symbool is gaan staan voor de hele stadssanering. Het gebouw weerspiegelt zich nu als een schaduw in de bestrating van het Bagijnhof en leeft daar versteend voort.
Groenmarktgebied
Eind jaren 70 stond het gebied tussen de Tolbrugstraat en Vleeshouwersstraat er belabberd bij met zwaar verwaarloosde panden. Alles zou worden gesloopt, om plaats te maken voor nieuwbouw zoals we nu zien op de Grote Markt. Maar er brak begin jaren 80 een crisis uit die de vastgoedmarkt volledig onderuithaalde. De betrokken projectontwikkelaar redde het niet, waardoor het Groenmarktgebied uiteindelijk een voorbeeld werd van zorgvuldige binnenstedelijke stadsvernieuwing. Wie nu door het gebied wandelt, ziet hoeveel moois er bewaard is gebleven.
We zijn zo’n vijftig jaar verder en de generatie die de oude binnenstad heeft gekend, begint zelf onderdeel van de stadsgeschiedenis te worden. Het mopperen op de stadssanering wordt minder en zowel Dordtenaren als mensen van buiten krijgen steeds meer oog voor al het moois dat er nog wél in de stad te zien is. En dat is veel!