De welvarende textielfabrikanten begonnen aan het eind van de 19de eeuw op grote schaal met het aankopen van woeste gronden. Ze werden ontgonnen en geschikt gemaakt voor bouw- en weiland. Boeren pachtten de gronden om erop te verbouwen. Maar ook werd begonnen met de aanleg van productiebossen. Voor eigen vertier legden de fabrikanten de zogenoemde "lusthoven" aan, parken en tuinen met vaak prachtige landhuizen.
De aanleg
In 1892 kocht H.J.H. Gelderman het Beernink. In de jaren
daarna breidde hij zijn eigendommen uit. Er werden gronden gekocht
ten zuiden van de spoorlijn Oldenzaal-Salzbergen, aan beide kanten
van de Lossersestraat. Op initiatief van mevr. Gelderman-Muller
werd in 1912 een deel van die aangekochte gronden gebruikt om een
pinetum (proeftuin voor dennensoorten) aan te leggen, met
coniferen, sparren en grove dennen uit de hele wereld. Het bedoelde
terrein was laag gelegen en daardoor zeer nat. De grond bestond
voornamelijk uit klei. Klei van de slechtste soort, vet en
groengeel van kleur. Om de aanleg te kunnen uitvoeren waren veel
arbeidskrachten nodig. Ze bestonden veelal uit pachters en kinderen
van pachters. Onder leiding van vermaarde tuinarchitecten als
Wattez en Springer werd begonnen om het terrein in te richten.
Eerst moesten er sloten worden gegraven om het overtollige water
uit het gebied te kunnen afvoeren. Daarna moest de grond 60 cm diep
worden omgezet. Zeer zwaar werk! De klei bleef aan de schoppen
kleven. Met houten spanen werden de schoppen tussendoor
schoongemaakt. Om de schoppen in de grond te kunnen krijgen, werden
ze in een emmer water nat gemaakt. Mensen die er gewerkt hebben
vertelden jaren later dat de botten hen er nog zeer van deden!
Aanplant arboretum
In eerste instantie was het de bedoeling een pinetum aan te
leggen. Maar in 1912 werden de plannen gewijzigd. Tuinarchitect
Springer begon met de aanleg van een arboretum. In plaats van
uitsluitend dennensoorten kwam er een gevarieerde bomentuin. Om de
gronden vruchtbaar te krijgen moesten meststoffen worden
aangevoerd. Omdat er in die jaren nog geen riolering bestond,
werden menselijke uitwerpselen opgevangen in latrines en tonnen. De
fabrieksarbeiders van Gelderman in Oldenzaal leverden de benodigde
meststof voor het arboretum. De gronden werden beplant met meer dan
2.500 winterharde bomen en struiken uit alle delen van de wereld.
Er werden in totaal wel 1.000 soorten aangeplant. De eerste jaren
ging veel van het plantgoed dood. Springer had hier rekening mee
gehouden. Van elke soort werden er drie exemplaren geplant. In 1917
werd het arboretum geopend. Een gedenksteen in het park met de
namen van de grondleggers herinnert hieraan.
Crisis
Begin jaren dertig verkeerde de economie in een diepe crisis.
Ook in de textielfabrieken ging het slecht. Hierdoor kwamen steeds
minder gelden beschikbaar om het arboretum te onderhouden. H.J.H.
Gelderman en zijn vrouw kwamen in die jaren te overlijden. Het park
belandde "in zwaar weer". Om de zaak in stand te kunnen houden
moesten gronden in de directe omgeving worden verkocht. In 1940
vielen de Duitsers ons land binnen. In de loop van de oorlogsjaren
ontstond er onder de bevolking een groot gebrek aan brandstof. Veel
bomen werden al dan niet illegaal omgezaagd en verdwenen in de
kachels. Na de oorlog bood het arboretum een verwaarloosde
aanblik.
Herstel
In 1948 werd onder leiding van Christiaan Gelderman begonnen
met het herstel. Christiaan ging met zijn gezin op het jachthuis
wonen. Tuinarchitect Hendriks uit Amsterdam en de naaldbomenkweker
Piet den Ouden waren hem hierbij behulpzaam. Er werd gezorgd voor
de aanvoer van loofbomen, naaldbomen en heesters, en het park werd
opnieuw ingedeeld. Mooie doorkijkjes moesten ervoor zorgen dat er
beter zicht kwam op de boompartijen. In 1958 was de renovatie
voltooid.
In vroegere jaren was het terrein met een groot hekwerk afgesloten.
Het park was privé. Geïnteresseerden die het park wilden bekijken,
konden zich bij het jachthuis melden. Ze werden in het
bezoekersregister ingeschreven en kregen gratis toegang. Nu is het
arboretum vrij toegankelijk. Aan de Lossersestraat zijn daarvoor
parkeerplaatsen aangelegd bij de toegang tot het park.