Voor de aandrijving van de stoommachines in de textielfabrieken waren grote hoeveelheden steenkool nodig. Deze kwamen uit de Duitse mijnen in Ibbenbüren. In 1861 werd er 7.500.000 kg kolen vervoerd met paard en wagen, een reis van 14 uur. Een spoorwegaansluiting met Rheine, sinds 1856 het dichtstbijzijnde station in Duitsland, zou het aanvoerprobleem oplossen. Maar het koninkrijk Pruisen wilde geen verbinding over Hannover grondgebied. In 1858 verleende de Nederlandse regering een concessie voor een spoorlijn van Zutphen via Goor, Hengelo en Enschede naar de Pruisische grens. De lijn kwam in 1866 tot Enschede. Het station lag aan de Parkweg, tegenover het huidige hotel Rodenbach. De lijn werd in 1868 naar Glanerbrug doorgetrokken, de verbinding met Gronau en Munster in 1875. De eerste treinen uit Duitsland bestonden, bij gebrek aan voldoende personenrijtuigen, uit kolenwagens met zitbanken.
Oude en nieuwe stations
Vanaf 1885 kwamen de kolen voor de Enschedese textiel via een
andere lijn, ook het goederenvervoer via deze lijn met Duitsland
nam gestaag af. Het gedeelte Enschede-Glanerbrug werd in 1950
gesloten voor reizigers- en in 1972 ook voor goederenvervoer. Om
militaire redenen zijn de rails nooit opgebroken. Sinds 2001 is de
lijn weer in bedrijf met een verbinding naar Munster en naar
Dortmund. Er werden twee nieuwe stations in gebruik genomen:
Drienerlo, ten dienste van het Business- en Sciencepark, het
FC-Twente stadion en de UT, en Enschede-Esmarke, waar anno 2012
gemiddeld 54 mensen per dag instappen. Het station is bedoeld voor
de toekomstige wijk Esmarkerveld. In 1947 werd een spoorverbinding
met Losser aangetakt op de lijn naar Glanerbrug. De verbinding
heeft gefunctioneerd van 1949-1973, op het laatst alleen nog voor
goederenvervoer. De rails is opgenomen.
Museum Buurt Spoorweg
Een verbinding tussen Enschede en Winterswijk was onderdeel
van het net van de GOLS, de Gelders-Overijsselse Lokaal Spoorwegen.
De lijn uit 1885 was van belang voor de aanvoer van steenkool uit
het Ruhrgebiet, maar ook voor reizigersvervoer. Tussen de stations
Haaksbergen en Boekelo lag de halte Zoutindustrie (ook voor het
golfslagbad "de zee op de heide"). Tussen Boekelo en Enschede was
de stopplaats Usselo (1886-1932). In Enschede voerde het spoor door
het Bouwhuistunneltje naar station Noord (geopend 1890, ter plaatse
van het ITC-gebouw aan de Hengelosestraat). De spoorlijn was in
bedrijf tot 1937 (reizigersvervoer) en 1972 (goederenvervoer). De
lijn was met name van groot belang voor de stoomblekerij in
Boekelo. Van deze spoorlijn resteert nog het traject
Haaksbergen-Boekelo, dat sinds 1972 als museumspoorlijn wordt
bereden door de Museum Buurt Spoorweg. De halte Zoutindustrie wordt
nog altijd aangedaan.
Schaddenspoor
De lijn werd al in 1887 verlengd naar Oldenzaal, vanwaar een
verbinding bestond met Bad Bentheim. Vooral op feest- en marktdagen
moesten extra treinen worden ingezet. Lonneker beschikte over een
eigen station op deze lijn en van 1928-1934 was er nog een
stopplaats Roomweg (bij het huidige Prismare). Nu is het een snelle
buslijn. Veel fabrieken hadden een aansluiting op deze spoorlijn.
De volledige lijn droeg de bijnaam "schaddenspoor", omdat de
stoomketel van een gestrande locomotief ooit met "schadden" (=
heideplaggen) weer was opgestookt. Deze lijn is voor het
reizigersvervoer gesloten in 1934, voor goederenvervoer tot de Oude
Deventerweg in 1972. Het resterende deel van de lijn tot Oldenzaal
was al in WO II afgebroken.
Zuiderspoor
In 1903 opende de lijn Ahaus-Enschede, vooral ook bedoeld voor
het vervoer van kolen voor de Enschedese fabrieken. In de gemeente
Enschede lagen twee stations: Enschede-zuid (op de Zuiderval ter
hoogte van de Zuiderspoorstraat, voor reizigersvervoer gesloten op
1 april 1945) en Broekheurne (aan de Arendsweg bij de grens,
gesloten 1939). De lijn is voor goederenvervoer (onder meer de
aanvoer van kolen naar de gasfabriek) opnieuw in bedrijf geweest
van 1948 tot 1967. De losplaats Enschede-Zuid is pas in 1972
gesloten.