Vleeswarenfabriek Meester

Industriële ontwikkeling

Tijd van burgers en stoommachines

De vleesverwerkingsindustrie in Wijhe staat in een eerbiedwaardige traditie. In 1846 was er al sprake van spekslagerijen, "vijf voorname en negen kleine", die in totaal aan ruim dertig huisgezinnen van oktober tot maart werk verschaften. 80 jaar eerder kwam "in dat toenmaals weinig bloeijende dorp een behoeftig Duitscher aan, wiens geheel kapitaal bestond uit een recept om worst te maken". Mede dankzij de levering van hoofdzakelijk vleesvarkens uit het boerenachterland ontstond in Wijhe een vitale vleesverwerkende industrie.

Gosschalk

De slachterijen van Meester en Gosschalk waren jarenlang toonaangevend. In 1908 nam de fa. Gosschalk en Zonen in ons land de derde plaats in wat betreft de export van vlees. De slachterij was gevestigd aan de Langstraat, midden in het dorp. Met de hygiène nam men het niet zo nauw. Het slachtafval werd her en der gedeponeerd en het bloedwater stroomde door de Langstraat naar Wijhezicht. In het rapport Vuilafvoer ten plattelande uit 1907 is op een plattegrond goed te zien welke vervuiling deze slachterij in het dorp teweeg had gebracht. Achter het bedrijf loosde men afvalwater uit de slachtplaats in een stilstaande poel. De inwoners van Wijhe waren blij toen in 1915 deze slachterij uit de Langstraat verdween naar een nieuwe fabriek aan de Stationsweg.

Meester

De bekendste vleesverwerker van Wijhe was firma Meester. Jan Meester, aanvankelijk kuiper van beroep, begon in 1847 met het slachten en vleesverwerking. Het woonhuis van het gezin Meester was in de Kerkstraat. Daar bevonden zich tevens de koelbakken. Het slachten gebeurde in een pand van de Veerstraat, grenzend aan het woonhuis. Op deze locatie heeft het bedrijf zich onder leiding van de zoon Gerrit Willem Meester verder ontwikkeld. In 1923 vertrok Gosschalk naar Epe en werd de firma Meester eigenaar van de fabrieksgebouwen aan de Stationsweg. Hier kwam het bedrijf tot grote bloei. Werkten er in 1935 75 mensen, in 1950 was dat gestegen tot 350. In 2005 waren er 750 personeelsleden. Meester was de grootste werkgever van Wijhe. Tot 1950 werden de runderen en varkens ter plaatse geslacht. Nadien gebeurde dat door regionale slachterijen, die voor meerdere bedrijven werkten. Meester stond bekend om z'n rolpens, een bijzonder vleesproduct in conservenblik. Het huidige productiepakket is volledig gericht op voorverpakte vleeswaren en stuksartikelen voor supermarkten. De fabriek ontkwam niet aan overname. Het oude familiebedrijf Meester werd in 1966 eigendom van het Albert Heijn-concern, gevolgd door een verkoop aan Sara Lee in 1999 en aan Smithfield Foods in 2006. De naam Meester Wijhe is daarmee verdwenen. Het bedrijf is nu bekend onder de naam Stegeman Wijhe.

Fabriekspijpen

De fabriekspijpen van Meester en vleesfabriek Hunink hebben jarenlang het dorpssilhouet van Wijhe bepaald. Beide schoorstenen hadden elk een eigen kenmerkend opschrift. Bij Hunink was de schoorsteen voorzien van een religieus opschrift: "Bij de gratie Gods", een erfenis van de vorige eigenaar van het fabriekpand. Meester had een reclametekst op de fabriekspijp die de naam en de kwaliteit van de producten combineerde: "Meer, Meest, Meester." Deze slogan heeft Meester landelijke bekendheid gegeven. De twee schoorstenen met opschrift zijn inmiddels gesloopt en daarmee is voor Wijhe een belangrijk beeldmerk verloren gegaan.