Antonie Klomp was Heino's eerste burger in een tijd van grote politieke veranderingen. Hij werd benoemd als maire tijdens de periode van de Franse overheersing (1795-1813). Bij de grondwet van 1814 werd de oude gang van zaken in de provincie hersteld en werd Antonie benoemd tot schout. In 1825 werd hij de eerste burgemeester van Heino.
Antonius Franciscus Klomp werd gedoopt op 5 oktober 1766 als zoon van de Heinose schoenmaker en leerlooier Antonie Klomp sr. en Hermina Overbeek. Hij trouwde op 7 juni 1800 met Wilhelmina Korenromp uit Raalte. Ze kregen acht kinderen, onder wie drie zonen, die allen kinderloos overleden.
Antonie junior trad in meerdere opzichten in de voetsporen van zijn vader. Beiden waren schoenmaker en daarnaast betrokken bij het gemeentebestuur van Heino. Klomp senior was lid van de van de municipaliteit, zoals de gemeenteraad in de Franse tijd werd genoemd. Klomp junior behartigde onder andere de belangen van Heino als weger, ontvanger der directe belastingen en opsporingsambtenaar. Rijk werd hij hier kennelijk niet van, want in een opgave voor de belastingen schreef hij in de kolom Persoonlijk Fortuin en Inkomsten: "Ik heb geen inkomsten waarop ik kan reekenen".
Op 8 april 1811 werd hij beëdigd als maire (de Franse term voor burgemeester) van Heino. Hij hield kantoor in zijn huis op de hoek van de Dorpsstraat en de Stationsweg. Een gemeentehuis had Heino in die tijd niet. Al snel na zijn benoeming kreeg hij te maken met de invoering van een groot aantal wetten en regelingen, naar Frans voorbeeld. Ze vormden in veel opzichten een breuk met het verleden. In het jaar van zijn benoeming tot maire moest Klomp er bijvoorbeeld voor zorgen dat alle gezinshoofden van Heino een familienaam kozen. Vóór die tijd lagen familienamen allerminst vast. Klomp was ook betrokken bij de invoering van de Burgerlijke Stand. Voorheen hield de kerk de gegevens over dopen, trouwen en begraven bij. Daar bleef het niet bij. Hij zorgde onder andere voor de invoering van de standaardmaten voor lengte, oppervlakte en inhoud. Vóór die tijd had elke regio zijn eigen maten.
Als maire bediende Klomp de Franse bezetters bepaald niet op hun wenken. Regelmatig werd hij door zijn meerdere − de prefect van het Departement van de Monden van de IJssel, zoals Overijssel toen werd genoemd − op zijn huid gezeten omdat hij te laat was met zijn opgaven, verzoeken om informatie niet inwilligde, of de verplichte vertaling in het Frans achterwege gelaten had.
Nadat Napoleon zijn Waterloo had gevonden en de Franse bezetters de aftocht bliezen, werden de oude bestuursstructuren hersteld. Antonie Klomp behield na de machtswisseling zijn functie, al heette die toen weer schout in plaats van maire. Veel van de maatregelen en wetten die door Napoleon waren ingesteld, bleven ook na de Franse tijd onder de regering van Koning Willem I van kracht.
Op 10 augustus 1825 werd, vanwege de invoering van de nieuwe Grondwet, de functie van Klomp bij Koninklijk besluit omgezet in die van burgemeester én gemeentesecretaris. Enkele van zijn vele taken in deze jaren waren de zorg voor de belastinginning, het openbaar onderwijs en het ijkwezen, de bestrijding van landloperij en het aanstellen van een geneesheer of vroedvrouw. Ook voerde hij de voorschriften voor de Nationale Militie (de dienstplicht) uit. Dat wil zeggen dat hij de loting verrichtte (wie geluk had werd uitgeloot) en hij zorgde er bovendien voor dat de dienstplichtige zich tijdig aan de kazernepoort meldde.
Ook in de jaren die volgden werd Klomp regelmatig door zijn superieuren tot de orde geroepen. Tekenend is een voorval in 1822. De Procureur Crimineel van Overijssel verweet Klomp in stevige bewoordingen dat het zijn schuld was dat de daders van een "violente diefstal" bij een Heinose landbouwer niet waren achtervolgd en opgepakt. Omdat, schreef de procureur, "UE verkozen heeft zich wederom stil te bed te begeven en de te doene vervolging tot den morgen te wachten". Als echter één van zijn dorpsgenoten in nood verkeerde, had men aan de burgemeester een warm pleitbezorger. Een verzoekschrift aan de gouverneur van Overijssel om ondersteuning van de ongelukkige werd meestal in gloedvolle bewoordingen opgesteld.
Het einde van de ambtsperiode van Antonie Klomp verliep geruisloos. Toen hij op 1 januari 1838, op 72-jarige leeftijd, zijn functie neerlegde, werd er in de raadsnotulen met geen woord over gerept. Er is alleen een brief waarin wordt bevestigd dat hij de hele burgerlijke administratie heeft overgedragen aan zijn opvolger, de heer G.J.G. de Vidal de Saint Germain. Klomp overleed op 3 augustus 1841. Volgens de overlijdensakte was zijn beroep toen grutter. De Klompstraat houdt de herinneringen aan Heino's eerste burgemeester levend.