Ridderkastelen en dwangburchten

Tijd van steden en staten

Overal kastelen

Het gebied tussen Vogelenzang en Bergen stond vol met kastelen. Tussen 1200 en 1500 waren er meer dan 30 kastelen en versterkte huizen. Dit kwam omdat Kennemerland een belangrijke rol speelde in de geschiedenis. Eerst in de Frankische tijd van 400 tot 1000. Maar ook toen Kennemerland onderdeel was van het Graafschap Holland. Dit was in de periode van 1100 tot ongeveer 1580. De kastelen hadden een belangrijke rol, namelijk een militaire functie. Vanuit hier werd het omringende land verdedigd. Van de 30 kastelen is er niet veel overgebleven. Veel kastelen werden beschadigd of verwoest tijdens de vele oorlogen.

Een kleine heuvel
Langs de Rijksstraatweg in Heemskerk ligt een klein, onopvallend heuveltje. Dit is de Schepelenberg, vlakbij de Marquettelaan. Het kleine heuveltje speelde een belangrijke rol in de geschiedenis van Kennemerland. Je vindt er een zuil met een inscriptie. Op deze plaats werden de graven van Holland ingehuldigd als Heren van Kennemerland. Daarom heet het Huldtoneel. Door de inhuldiging kreeg de graaf van Holland steun van boeren en edelen van Kennemerland. In de praktijk klopte dit niet helemaal. De heren en boeren van Kennemerland vochten ook tegen de Graaf van Holland.

Strategische plek
Bijna alle kastelen van Kennemerland lagen op een strategische plek. Dat was op of aan de rand van een oude strandwal. Hier liepen delen van een Konings- of Heereweg, de belangrijkste verbindingsroute over land tussen het noorden en zuiden van Holland. De meeste kastelen lagen rond Heemskerk, Beverwijk en Velsen. Voor de vijand was het moeilijk om de smalle landreep tussen de Noordzee en het IJ over te steken. Je moest dan langs één van de dwangburchten. Bijvoorbeeld Marquette, Oud-Haerlem, Oosterwijk, Merestein en kasteel Adrichem. De kastelen hebben veel aanvallen tegengehouden van de West-Friezen of de boeren uit Kennemerland.

Overal kastelen
Floris V, de graaf van Holland, liet langs de West-Friese Omringdijk vijf nieuwe burchten bouwen. Eén van de bekendste is het Muiderslot. Vanuit zijn kastelen kon hij de West-Friezen goed in de gaten houden. De toegang tot Kennemerland vanuit Alkmaar werd bewaakt door maar liefst drie burchten. De Middelburg, de Nieuwburg en de Torenburg. Van de dwangburchten Middelburg, de Nieuwburg en de Torenburg zijn nog alleen resten te vinden van de Nieuwburg. Bij Harenkarspel lag vroeger de dwangburcht Nuwendoorn. Nu kun je alleen nog de fundamenten zien in het landschap.

Groot en log
De eerste burchten waren log en hadden zware torens. Het was niet prettig om in de torens te wonen. In de tweede helft van de dertiende eeuw veranderde de vorm van de burchten. De kastelen werden vierkant en om de binnenplaatsen kwam een muur. Er werden aparte woonvleugels gebouwd en om het kasteel heen lag een slotgracht. In de veertiende en vijftiende eeuw verloren de kastelen hun functie. Het werden bouwvallen en het was niet meer mogelijk om er te wonen. Sommige oude kastelen kregen in de zeventiende en achttiende eeuw een nieuwe functie. Rijke stadsbewoners verbouwden ze tot buitenplaatsen.


Slot Brederode
Eén van de grootste en meest bekende kastelen is Slot Brederode. Het slot werd al rond 1250 door Willem I van Brederode gebouwd bij Santpoort Zuid. Het slot werd heel vaak aangevallen door verschillende vijanden. Daardoor veranderde het in een ruïne. Inmiddels wordt de ruïne van Brederode geconsolideerd. De spannende film Snuf en het spookslot is opgenomen bij de ruïne van Brederode.

Slot van Egmont
Eén ander mooi en groot kasteel is het slot van de Heren van Egmont in Egmond aan de Hoef. Beerwout I van Egmond versterkte in 1129 zijn hoeve. Dit was het begin van het slot. Helaas werd het huis verwoest in 1203, maar Wouter van Egmont bouwde in 1203 een ringburcht. De burcht kreeg een uitbreiding met een voorburcht en torens. Helaas werd het in de brand gestoken in de oorlog tegen de Spanjaarden. De heren van Egmont lieten het kasteel opknappen. Maar in 1798 werd het aan slopers verkocht. Het verdween in het moeras en rond 1930 werd de resten teruggevonden. Tegenwoordig kun je de resten weer bezoeken.