Vecht en Eem populair bij schilders
Rond 1880 was de Vecht- en Eemstreek erg populair bij schilders. Er werkten veel schilders in Laren, Kortenhoef en Blaricum. De schilders kwamen uit Nederland maar ook uit Duitsland en Amerika. Zij schilderden het landschap en de huizen van binnen. De schilderijen klopten niet altijd met de werkelijkheid. De boeren op de schilderijen zagen er heel gezond uit. Terwijl de boeren arm waren en vaak weinig te eten hadden.
Romantische kunstenaars
Tussen 1820 en 1860 werkten er ook al veel kunstenaars in de regio. In Hilversum woonden er maar liefst 40 kunstschilders. Dat was veel in een dorp met 5000 inwoners. De schilders behoorden tot de Romantische School. De stijl van de Romantische School valt op door de sterke beleving van de natuur. Ook is er een groot gevoel voor drama en melancholie. De schilders kozen bospartijen, molens, rivieroevers met bomen en boerderijen en schaapskooien om schilderijen van te maken. Soms stonden er mensen op een schilderij, maar die waren altijd druk aan het werk. Barend Cornelis Koekoek was de bekendste kunstenaar van de Romantische School.
Laren
De eerste kunstenaar die Laren ontdekte was Jozef Israels. Hij reisde in 1872 per koets naar Laren. Hij stapte uit op de brink en wandelde rond. Israels was zo onder de indruk van het dorp dat hij aan al zijn schildersvrienden vertelde over Laren. Al gauw kwam ook Albert Neuhuys naar Laren. Hij ging er wonen en schilderde vooral de binnenkant van huizen. Een andere beroemde schilder uit Laren was Anton Mauve. De schaapskudde van Gijs Kok was zijn favoriete onderwerp.
Lastig bereikbaar
Het was niet eenvoudig om in Laren te komen. Je moest met de trein van Amsterdam naar Hilversum. Vervolgens reisde je verder per koets. In 1882 kwam de Gooise Stoomtram. Onderweg van Amsterdam naar Hilversum stopte hij in Laren. Rijke Amsterdammers maakten uitstapjes naar Laren en kozen het als woonplaats.
Jan Hamdorff
Jan Hamdorff speelde een belangrijke rol in Laren. Hij deed er alles aan om de kunstenaars te trekken. Hij was onder andere eigenaar van een hotel, wethouder en kunsthandelaar. In zijn hotel Hamdorff kwamen de schilders graag. Elke dag speelden ze kaart met elkaar en praten en dronken ze. Jan Hamdorff voelde zich thuis bij de kunstenaars. Door de schilders kwamen er veel andere gasten naar hotel Hamdorff.
Verschillende stijlen
In de dorpen werkten veel schilders. Soms in het dorp zelf, maar ook vaak buiten kwam je schilders tegen. Bijvoorbeeld op de hei of in het bos. Ze maakten schilderijen in verschillende stijlen. Er waren kunstenaars bij van de Romantische School maar ook van de Haagse School. Schilders van de Haagse School kozen ervoor om de realiteit te schilderen vaak in bruine en grijze tinten.
Piet Mondriaan
Van 1915 tot 1919 woonde Piet Mondriaan in Laren. Hij dacht na over de schilderkunst en schilderde zijn doeken op een abstracte manier. Samen met twee andere kunstenaars Bart van der Leck en Theo van Doesburg vormde hij De Stijl groep. Andere bekende kunstenaars waren Leo Gestel en Jan Sluijters. Zij maakten kleurrijke, kubistische kunst. Dit deden ze in een expressionistische stijl met felle kleuren en geschilderd vanuit het gevoel. Schilderijen leken vaak niet op de werkelijkheid.
Kortenhoef
Ook in Kortenhoef vestigden zich schilders. Paul Gabriel, een schilder van de Haagse School, was onder de indruk van Kortenhoef. Dit kwam door het landschap van sloten met bruggetjes, molens en weidse plassen. Maar het meest werd hij geïnspireerd door de luchten. Elk moment konden die van vorm en kleur veranderen. Naast Paul Gabriel schilderden ook Jan Weissenbruch, J.H. Wijsmuller en andere schilders het landschap van Kortenhoef en omgeving. Meer dan een eeuw was Kortenhoef populair bij de kunstenaars. Na 1945 veranderde dat. De zandpaden en de oude huisjes verdwenen en het landschap daardoor minder interessant om te schilderen.