De Duitsers in Nederland
In mei 1940 bezetten de Duitsers Nederland. Het opperbevel van de Duitsers, de Wehrmacht, vestigde zich in Den Haag. Het was belangrijk om goed en veel contact te hebben met Berlijn. Dit gebeurde voornamelijk via telefoon, telex en telegraaf. Rond april 1942 werd het in verband met een mogelijke invasie te gevaarlijk in Den Haag. De leider van de Wehrmacht F.C. Christiansen besloot om met zijn staf naar Hilversum te verhuizen.
Verhuizing naar Hilversum
De Duitsers kozen niet zomaar voor Hilversum. De stad lag op een strategische plek in het land en had een vliegveld. Verder had Hilversum fraaie villawijken waar de Duitsers konden wonen. In Hilversum zat de omroep en waren er daardoor al veel faciliteiten. De Duitsers konden zo gebruik van de bestaande verbindingen. Daarnaast legden ze zelf bovengrondse netten aan. Verbindingen boven de grond waren gemakkelijk in aanleg, onderhoud en bewaking. De eigen verbindingen waren van groot belang. Berichten via de ether konden namelijk niet zomaar verstuurd worden. Deze moesten eerst gecodeerd worden. Als dit niet gebeurde kon de vijand de berichten ook begrijpen.
Nieuwe kabels
In de regio zaten in verschillende plaatsen Duitsers. Al deze plaatsen moesten met elkaar verbonden worden. Daarom trokken de Duitsers langs wegen en spoorlijnen kabels. Het ging om heel veel telefoonkabels. Deze werden bevestigd aan grote stevige bomen in het Corversbos. Veel bomen in het bos waren gekapt en gebruikt om de kachels te stoken. Als een vorm van verzet tegen de Duitsers werden regelmatig de telefoondraden vernield. Dit stopte toen er door de Gooise burgers wacht moest worden gelopen om de draden te bewaken.
Een Duitse wijk in Hilversum
In 1942 verhuisde generaal F.C. Christiansen met zijn troepen naar Hilversum. In het Kannesheuvelpark en het Nimrodepark bezetten de Duitsers de meeste villa's. Het hele gebied werd afgezet met prikkeldraad en werd het spergebied. Dit betekende dat het gebied verboden was voor burgers.
Bunkers worden gebouwd
In het hele gebied werden bunkers gebouwd. Op het Wisseloordterrein kwam er een bunker speciaal voor de telefoon en telegraaf. De bunker was gedeeltelijk onder de grond. Bovenop kwam als camouflage een woonhuis te staan.
Ook kwam er een radiobunker met radiomasten. Generaal Christiansen kon vanuit hier contact houden met al zijn troepen en met Berlijn. Ook gebruikte hij telexverbindingen en beschikte hij over automatische telefoonverbindingen. Onder andere met Berlijn, Parijs, Brussel en andere grote steden.
Spionnen in Hilversum
Door de komst van de Duitsers naar Hilversum in 1942 kwam er een taak voor het verzet bij. Het verzamelen van informatie over de Duitsers en deze informatie smokkelen naar Engeland. Eerst gebeurde dit door de informatie op microfilm via Spanje naar Engeland te smokkelen. Vanaf eind 1942 was deze manier te langzaam.
Illegale zenders
Het verzet ging illegale zenders gebruiken. In Hilversum werd een Duitse marinezender neergezet. Verborgen tussen apparatuur in een de regelkamer van een platenstudio achter het Hof van Holland. Vanuit hier werd alle informatie van de spionnen doorgeseind naar Engeland. De plaats van de zender werd in 1944 verraden. Gelukkig kon het verzet de zender op tijd weghalen. Tot de bevrijding stond de zender in de Noorderkerk aan de Gerardtsweg.
Een eigen telefoonnet
De verzetsgroepen moesten elkaar kunnen bereiken. Dit kon niet via het openbare telefoonnet. Dit werd afgeluisterd door de Duitsers en vanaf 1943 was dit afgesloten voor Nederlandse burgers. Het verzet ontwikkelde zijn eigen illegale telefoonnet. Delen van het openbare net werden afgekoppeld en er werden netwerken van bedrijfstelefoon gebruikt. Hilversum en Amersfoort speelden hierbij een grote rol. Dit kwam ook door de aanwezigheid van een grote illegale zender. De telefooncentrale stond in het hoofdkwartier van het verzet. De grote illegale zender was te vinden op de Utrechtseweg 61 in Hilversum. In september 1944 waren het Zuiden van Nederland en Brussel al bevrijd. Zonder problemen had verzet contact en kreeg berichten binnen. Door koeriersters op de fiets werden die verspreid in het Gooi.
Een radarinstallatie in de Vechtstreek
In de Vechtstreek stond een radarinstallatie. Met de radar konden de Duitsers bommenwerpers van de geallieerden opsporen. De radar, het station Seadler stond in de Bloemendalerpolder. Het station werd maar heel kort gebruikt, van augustus tot en met december 1943. Met twee Würzburg Riese radarantennes spoorden de Duitsers de geallieerde vliegtuigen op. Alle informatie werd meteen doorgebeld naar Arnhem. Vanuit hier werd de nachtelijke strijd tegen de bommenwerpers gecoördineerd.