De Hunze was eens de belangrijkste vaarweg van de stad Groningen naar zee. Al voor de 14e eeuw had de stad een aansluiting op deze natuurlijke vaarweg. Het kanaal was gegraven vanaf de Noorderhaven, waar de Drentsche Aa uitmondt, naar de Hunze bij Dorkwerd. Aanleiding voor de nieuwe vaarweg was het dichtslibben van de Drentsche Aa, waardoor scheepvaart onmogelijk was geworden.
De Hunze kronkelde hevig. Door de getijdenwerking verzandden delen van de waterweg. Om de afwatering te verbeteren en de scheepvaart tegemoet te komen, zijn veel meanders afgesneden. Zo'n gegraven, recht stuk wordt wel `rak' genoemd. De namen De Raken en De Kromme Raken bij Garnwerd zijn hierop terug te voeren.
Het gedeelte tussen Dorkwerd en Wierum is in 1435 rechtgetrokken, in 1622 volgde de kronkel boven Oldehove en in 1629 werd het stuk tussen Wetsingerzijl en Noorderpomp gegraven. De Hunze die nu grotendeels was rechtgetrokken heette voortaan Reitdiep. Ten westen van Aduarderzijl kronkelt het Reitdiep nog wel als de natuurlijke zeearm. Het Oude Diepje is de sterk meanderende oude loop van de natuurlijke Hunze.
Het Reitdiep stond tot 1877 in open verbinding met de zee. Eb en vloed kwamen tot in de stadsgrachten van Groningen. In de 19e eeuw begon de trechtervormige monding van het Reitdiep dicht te slibben. Dat zorgde voor problemen. De scheepvaart ondervond er veel hinder van. Bovendien werd de afwatering gehinderd, terwijl het Rietdiep juist zo belangrijk was voor de afvoer van het water uit Drenthe. De provincie Groningen probeerde de aangeslibde grond in de monding te verwijderen, maar dat lukte niet. Afsluiten van het Reitdiep durfde men niet uit vrees voor het bemoeilijken van het spuien. De komst van grotere en dieperliggende schepen leidde in 1856 tot het besluit het Eemskanaal te graven, dat ook een functie zou krijgen voor de afwatering. Daarmee kwam de weg vrij voor het afsluiten van het Reitdiep. In 1861 werd begonnen met de werkzaamheden en in 1877 waren twee zeesluizen bij Zoutkamp gereed: één voor het Reitdiep en één voor de Lauwers.
Het Reitdiep was niet langer een zeearm. De waterhuishouding in het gebied kon beter worden gereguleerd, wat gunstig was voor de landbouw. De dijken veranderden van zeekerende dijken in slaperdijken. De stad Groningen kende geen eb en vloed meer en beschikte niet meer over een zeehaven. Delfzijl werd de nieuwe zeehaven van Groningen.
Gemaal Electra
In 1920 is het gemaal De Waterwolf in het Reitdiep officieel in gebruik. Het gemaal staat bekend onder de naam Electra, genoemd naar het waterschap dat verantwoordelijk was voor de bouw. De Waterwolf was het allereerste elektrisch aangedreven gemaal in Nederland. Samen met het D.F. Woudagemaal bij Lemmer was het destijds het grootste gemaal van Europa.
De directe aanleiding voor de bouw van Electra was de afsluiting van het Reitdiep. Door het verdwijnen van het natuurlijke getij in het Reitdiep werd de waterlozing moeilijker, vooral als aanhoudende westenwind de zeewaterstand opstuwde. Soms was het zelfs onmogelijk om water te lozen. Als er veel regen viel, stroomden landbouwgronden onder water. In 1913 werd daarom het waterschap Electra opgericht met als doel een gemaal in het Reitdiep te realiseren.
Electra voert het grootste deel van het water van de provincie Groningen en Noord-Drenthe af. Het overtollige water uit het achterliggende gebied, de Electraboezem, gaat via het Lauwersmeer door de spuisluizen bij Lauwersoog naar de Waddenzee. Waterschap Electra is opgegaan in het Waterschap Noorderzijlvest.