In 1459 vestigde de Utrechtse bisschop David van Bourgondië zijn hof in Kasteel Duurstede. Drie jaar eerder was hij als bisschop van Utrecht geïnstalleerd. Hierdoor kwam het Sticht direct onder Bourgondische invloed te staan. Die invloed had verschillende kanten: pracht en praal, het goede leven en aandacht voor kunst en cultuur. Zo omringde bisschop David zich met beroemde juristen, natuurwetenschappers, medici, musici, theologen en kunstenaars. David was ook degene die de beroemde humanist Erasmus tot priester wijdde. Via het hof van David van Bourgondië kwamen invloeden van de Renaissance naar het noorden. Deze 'wedergeboorte' van kunst, wetenschappen en letteren, die was geïnspireerd op de Oudheid, was tussen 1300 en 1450 begonnen in Italië en verspreidde zich daarna via Frankrijk naar noordwest Europa.
David van Bourgondië streefde naar een goed georganiseerd en absolutistisch landsbestuur. Hij liet zich adviseren door Franse raadslieden. Door centralisatie en meer eenheid in de rechtsspraak probeerde hij de bisschoppelijke macht te versterken. Hiermee joeg hij de Staten van Utrecht, de geestelijkheid en de steden meer dan eens tegen zich in het harnas. Zij voelden zich bedreigd in hun macht. Ook op kerkelijk gebied voerde David van Bourgondië hervormingen door.
In Wijk bij Duurstede nam de welvaart toe door de vestiging van het bisschoppelijk hof in de stad. De bisschoppelijke riviertol en de muntslag brachten geld in het laatje. David liet verschillende grote huizen bouwen in Wijk bij Duurstede en is ook de opdrachtgever van de bouw van de nieuwe kerktoren. Tussen Rhenen en Veenendaal liet hij de Bisschop Davidsgrift aanleggen om de afwatering van de Gelderse Vallei te verbeteren en de turfwinning te stimuleren. Zijn beroemdste nalatenschap is het kasteel van Wijk bij Duurstede.