Vanaf 22 januari 1848 verscheen de Meppeler Courant met als tekst onder de kop: "In correspondentie met Hoogeveen". De krant bracht ook het nieuws van Hoogeveen. Een eigen krant van en voor de Hoogeveners verscheen pas in 1860. De oprichter van deze krant was Van Dieren. Van Dieren was boekdrukker en papierhandelaar. Hij had een drukkerij sinds 1 mei 1860. In juli 1860 gaf hij de eerste krant van Hoogeveen uit onder de kop "Hoogeveensch Nieuws- en Adver-tentieblad in correspondentie met omliggende gemeenten".
Vanaf 1861 werd de krant gemaakt en uitgegeven door Claas Pet. Later werd de naam gewijzigd in "Hoogeveensche Courant". Claas Pet hield zich echter niet alleen bezig met de Hoogeveensche Courant. Hij had ook een drukkerij en uitgeverij. Voordat Pet met uitgeven van boeken en geschriften begon, wendden de Hoogeveense schrijvers zich voor publicatie tot de Drentsche Volks Almanak of tot uitgevers in andere delen van Nederland.
Toen Pet met het uitgeven begon, waren er ook Hoogeveense schrijvers die via hem publiceerden. De belangrijkste was wel Albert Steenbergen (1814-1900). Van de hand van Albert Steenbergen verscheen bij Claas Pet de "Clapper der Calkoens. Een Drentsche Veenkolonie in de laatste helft der zeventiende eeuw. Het journaal van A. en P. Calkoen in 't licht gegeven en met aanteekeningen voorzien door Alb. Steenbergen". Dit gefingeerde dagboek, dat echter werd uitgegeven als zou het gaan om een echt zeventiende eeuws handschrift, hield de gemoederen enige jaren bezig. Steenbergen bleef namelijk ontkennen dat hij het boek zelf geschreven had. Nog steeds zijn er mensen die historische informatie ontlenen aan de Clapper.
Via de Clapper kwam ook het verhaal van Cilie de Nevelhekse tot leven. Ontstaan als een episode in de Clapper, publi-ceerde Steenbergen later de Nevelhekse als novelle. Ook De Nevelhekse trof hetzelfde lot als de Clapper; nog steeds zijn er mensen die denken dat Cilie, de hoofdpersoon uit deze novelle, echt heeft geleefd. In 2010 verscheen zelfs een tweede deel van de Nevelheksenovelle, het "Testament van de Stroeve".
Een ander project voor Pet was de uitgave van het eerste echte geschiedenisboek van de gemeente Hoogeveen. De school-meester Albert ten Heuvel kreeg opdracht om dit boek te schrijven. In 1925 werd de tekst van dit geschiedenisboek afgerond. Het kwam niet verder dan enkele artikelen in de krant en een proefdruk. Het boek was van grote invloed op het beeld van de geschiedenis van het Hoogeveen, doordat de onuitgegeven teksten de basis werden van het werk van Lammert Huizing en Jacob Wattel. Ook veel krantenartikelen van Albert ten Heuvel vinden we daarin terug.