Bloemrijke Lemselermaten

Natuur in Weerselo

Tijd van televisie en computers

Bijna iedere landbouwgemeenschap had wel één of meerdere maten of meden. Dat waren natte hooigraslandjes, vaak omringd door eiken hakhoutwallen. Ze werden slechts één keer per jaar gemaaid. Alleen hartje zomer konden boeren dat doen, omdat dan de waterstand laag was. Zo hadden de voormalige gemeente Weerselo en haar kerkdorpen ook verschillende maten, onder meer bij Weerselo de Lemselermaten, in Rossum de Rossumermeden, in Volthe de Wiekermeden, in Deurningen de Dalmeden en in Saasveld de Saasveldermeden. Deze hooilanden lagen in de brede dalen van de beken die door het gebied lopen. Door de ligging van Weerselo aan de westelijke voet van de Oldenzaalse heuvelrug stromen er meerdere beken naar beneden, die weer gevoed worden door zijbeekjes en kwel. Kwel is doorsijpelend water dat op de flanken van de heuvelrug op een ondoordringbare leemlaag komt en afzakt naar de dalen. In deze dalen komt de leemlaag wat hoger aan de oppervlakte en het water kan dan uittreden. De maten hadden een rijke plantengemeenschap. Begin jaren veertig van de 20ste eeuw werd de schoonheid van deze maten ontdekt. Deelnemers aan natuurkampen inventariseerden de flora. Ze troffen heel bijzondere plantensoorten aan, zoals verschillende soorten zegge en orchideeën, breed wollegras, parnassia en vetblad.

Lemselermaten

De meest in het oog springende maten waren de Lemselermaten. Doordat hier kalkrijk water door de heuvel aan de oppervlakte kwam, toonde de flora overeenkomsten met die op de krijthelling-graslanden van Zuid-Limburg. Deze graslanden behoren tot de meest soortenrijke begroeiingen van Nederland. Eind jaren veertig kwamen deze maten in verval. Omdat de boeren ze lieten liggen, groeiden de gebiedjes dicht met boomopslag. Soms gingen de boeren ze ontwateren en bemesten. Ook de Lemselermaten viel dat lot ten deel. De natuurbescherming heeft in die tijd nog gepleit voor een vijftig hectare groot reservaat rond de Lemselermaten, maar stond uiteindelijk machteloos. Veel bijzondere planten zijn daardoor verdwenen, zoals rond wintergroen, muggenorchis, moeraswespenorchis en parnassia. In 1960 troffen medewerkers van Staatsbosbeheer een sterk ontwaterd en dichtgegroeid hooimaatje aan, dat ze wisten te verwerven.

Voorzichtig herstel

De natuurorganisatie begon behoedzaam met het beheer ervan. Voorzichtig werd met handkracht de houtopslag verwijderd en één keer per jaar werd het gras met de zeis gemaaid. Zo kwamen de blauwe, grijze en groene tinten van het blauwgrasland van het kalkmoeras weer te voorschijn. In 1989 kocht Staatbosbeheer twee percelen aangrenzende cultuurgrond om dit maatje uit te breiden. De sloten werden gedempt en de percelen afgeplagd. De resultaten waren verrassend. Zeldzame pionier-vegetatie kwam terug, zoals moeraswolfsklauw, draadgentiaan, wijdbloeiende rus en blauwgraslandsoorten als vlozegge, brede en gevlekte orchis.

Beschermde status

Het kwelwatergebied bestrijkt bij de Lemselermaten een grote oppervlakte. Door ontwatering van de landbouwgrond, huizenbouw en drinkwaterwinning is de grondwaterstand in de Lemselermaten echter gezakt, waardoor het kalkrijke kwelwater de wortelzone niet meer bereikt. De kalkminnende planten en bloemen komen zo niet meer terug. Die er nog staan hebben het moeilijk. De Lemselermaten behoren nu tot de Natura 2000-gebieden. Het heeft een beschermde status. Iedere verandering in de omgeving zal gecompenseerd moeten worden of verbeterd. Dat geeft misschien nieuwe kansen voor verdere ontwikkeling van de kalkmoerassen en schraalgraslandjes. Als de waterhuishouding verbetert, kunnen we ooit weer genieten van een enorme bloemenpracht.