Grote denkers aan de Vliet

Constantijn en Christiaan Huygens

Constantijn Huygens

Een van de intelligentste mensen uit de zeventiende eeuw heette Constantijn Huygens. In 1625 werd hij secretaris en adviseur van stadhouder Frederik Hendrik. Een paar jaar later liet hij een buitenhuis bouwen in Voorburg, langs de Vliet. Vanuit Den Haag kon hij er makkelijk per trekschuit naar toe.

Ontwerp

Constantijn bedacht zelf hoe zijn huis er uit moest zien. Hij liet zich inspireren door Vitruvius. Dit was een architect uit de oudheid die de mens het meest perfecte ontwerp aller tijden vond. Huygens gaf zijn buitenplaats dan ook de vorm van een mensenlijf. Het huis was het hoofd en de tuin vormde het lichaam. Hij gaf zijn buitenplaats twee namen: Hofwijck en Vitaulium.

In 1642 was Hofwijck klaar. Constantijn probeerde zijn nieuwe huis zo vaak mogelijk te bezoeken. Hij was zo enthousiast over Hofwijck, dat hij er een lang gedicht over schreef. In 1653 werd dit hofdicht uitgegeven.

Kinderen

Ook Constantijns kinderen gingen regelmatig naar Hofwijck. Constantijn junior, Christiaan, Lodewijk, Philips en Suzanna schaatsten 's winters op de vijver. 's Zomers vermaakten ze zich met boogschieten en kegelen in de tuin. Zoon Christiaan was altijd druk aan het knutselen. Al vroeg werd duidelijk dat hij over een goed stel hersens beschikte.

Christiaan groeit op

Christiaans gefröbel zou later in zijn leven leiden tot de uitvinding van onder andere het slingeruurwerk, een vacuümpomp en de toverlantaarn. Ook ontwierp hij een veringsysteem voor de koets en hij maakte microscopen en telescopen. Samen met zijn broer Constantijn sleep hij hier zelf de lenzen voor.

Spinoza

Er woonde tussen 1663 en 1670 nog iemand in Voorburg die zich met lenzen slijpen bezighield: Benedictus de Spinoza, de beroemdste filosoof van Nederland. Hij had regelmatig contact met de broers. Christiaan zorgde er wel voor dat Spinoza niets van zijn uitvindingen te weten kwam, uit angst dat hij ze na zou maken. Of zelfs verbeteren.

Naar Frankrijk

Koning Lodewijk XIV benoemde Christiaan tot lid van de Franse Académie des Sciences. Christiaan had echter last van depressies, waardoor hij regelmatig terug naar Nederland moest om op te knappen. Uiteindelijk ging hij weer bij zijn vader wonen, aan het Plein in Den Haag. Constantijn vond dat wel prettig. De band tussen vader en zoon was hecht.

Constantijn overlijdt

In 1687 overleed Constantijn Huygens, op negentigjarige leeftijd. Christiaan was toen 57 jaar. Het verlies kwam hard aan. Christiaan was zijn gesprekspartner, zijn huisgenoot en zijn grootste fan kwijt. Jarenlang liep hij rond in rouwkleren.

De erfenis

Na Constantijns dood verhuisde Christiaan naar Hofwijck. Zonder zijn vader voelde hij zich er verdrietig. Maar hij verveelde zich niet. Hij ontwierp de vierkante buis-telescoop en een klavier met een verschuifbaar toetsenbord. Hij verbeterde de scheepsklok en werkte aan zijn beroemdste boek over het heelal, Cosmotheoros.

Toch vertrok Christiaan na een paar jaar naar Den Haag, om dicht bij zijn broer en schoonzus te kunnen zijn. In 1695 overleed hij. Hofwijck bestaat nog steeds, tegenwoordig als museum.