De oude stadspoorten, die voorheen toegang tot Dordts enorme achterland gaven, staarden uit over een landschap met dijken, bossages, akkers, terpen en diverse begroeiing. Al snel ontstonden er velden met biezen en riet en schoten er wilgen op. De oudste kaarten laten begroeide eilandjes zien met daartussen kreken en een paar rivierarmen. Hoe kon zo'n geïsoleerd stadseiland dan toch nog in bewonersaantal groeien?
Geloofsvluchtelingen
Voor de geloofsvluchtelingen, die vooral vanaf 1580 massaal naar het noorden kwamen, was het vrij gemakkelijk om zich in de Republiek te vestigen. Of het bij die tolerantie om onverschilligheid of om opportunisme ging, is tot op heden de vraag. Feit is dat de steden zich genoodzaakt zagen om in een hoog tempo huizen te bouwen. Amsterdam werd in 1621 met 105.000 inwoners veruit de grootste stad, op afstand gevolgd door Leiden (44.500) en Haarlem (39.500). Rotterdam (19.500) had Dordrecht (18.300) inmiddels ingehaald en ’s-Gravenhage bleef op 15.700 inwoners steken.
Bouwlocaties
De locaties waar de steden grootschalig woningen bouwden, werden vaak het ‘Nieuwe Werck’ genoemd. In Amsterdam was dat de Jordaan en in Dordrecht het gebied ten noorden van de Nieuwe Haven en de Wolwevershaven. De eerste grote uitbreiding buiten de middeleeuwse stadsmuren was op een zandplaat, die in 1410 was opgehoogd met het slik van de toen net uitgegraven Nieuwe Haven. De Wolwevershaven volgde in 1609, omdat de Nieuwe Haven dichtslibde. Doordat de havens in elkaars verlengde lagen, ontstond er een natuurlijke doorstroming van het water. In een tijdsbestek van ongeveer zestig jaar werd hier de woonwijk gebouwd die we nu kennen als het historische havengebied.
Dordrecht telde een zevental kloosters waarvan de eigendommen in 1572 door de stad werden geconfisqueerd. De kloosters bezaten op diverse plekken in de stad gronden waarop huizen konden worden gebouwd. Dat waren vaak woningen voor de financieel minder draagkrachtigen. Deze huizen lagen in het gebied bij het Achterom, rond de Mariënbornstraat en het huidige Bethlehemplein.
Nadat nabije delen van de verdronken Groote Waard weer droog kwamen te liggen, begon men meer uitbreidingsmogelijkheden te zien. Grootschalig werd daar echter niet gebouwd omdat het gebied buiten de veilige stadsmuren lag. Het aantal huizen groeide in de periode 1555-1632 met ongeveer vijftig procent tot 3.400, waarbij het gemiddeld aantal bewoners per huis (6 à 7) niet noemenswaardig steeg.
Kijken we in 1731 naar het aantal inwoners van de Hollandse steden, dan zien we Amsterdam eenzaam aan de top met 239.000 inwoners. Leiden (55.000) en Rotterdam (53.200) strijden om de tweede plaats en Dordrecht (18.100) moest zelfs ’s-Gravenhage (38.400) ver boven zich dulden. Maar ja, je kon hier ook alleen maar per boot komen.