Lavrijsen kan huiswaarts keren. ‘Gelukkig, anders had ik in ’44 mee moeten vechten met de bevrijdingslegers. Geen prettig idee met thuis twee kleine kinderen en een vrouw die van de derde in verwachting is.’
Op 10 mei 1940 valt het Duitse leger Nederland binnen. Na het bombardement op Rotterdam geeft Nederland zich op 15 mei over, met uitzondering van de provincie Zeeland die pas op 17 mei capituleert. Aanvankelijk valt de bezetting mee voor de burgerbevolking, maar gaandeweg wordt de greep op de samenleving steviger. Met uiteindelijk als meest trieste gegeven de moord op ruim honderdduizend Nederlandse Joden, evenals vele duizenden Roma, Sinti, homoseksuelen en communisten.
Bezetting
Het overheidsapparaat wordt zo ingericht dat de Duitsers de samenleving naar hun hand kunnen zetten. Gemeenteraden worden ontbonden. Burgemeesters die dwarsliggen worden vervangen door Duitsgezinde ambtsdragers. En inwoners kunnen gedwongen worden om te gaan werken voor de bezetter. Veel jongens uit de Kempen worden tewerkgesteld in Duitsland. Anderen negeren de oproep van de Arbeitseinsatz en duiken onder, veelal bij een plaatselijke boer. Om tot een eerlijke voedselverdeling te komen wordt er gewerkt met bonnen. Verder moet iedereen altijd een geldig legitimatiebewijs (Ausweiss) bij zich hebben. Honger doet zich in de Kempen niet voor. Graan, tabak en vlees gaan weliswaar op de bon, maar dat bonnensysteem is bijna altijd toereikend. En anders is er nog wel een boer in de buurt die een deel van zijn producten onder de radar weet te houden.
Voor Joodse kinderen wordt soms een onderduikadres gevonden. Volwassen joden krijgen ondersteuning bij het vinden van een vluchtroute, meestal via België. Vaak moet daar wel een (forse) betaling tegenover staan.
Aanpassing
De levensomstandigheden worden er niet beter op. Radio Oranje wordt stiekem beluisterd. Duivenliefhebbers verstoppen hun dieren. Ze moeten van de bezetter worden afgemaakt omdat die bang is dat ze worden ingezet voor spionageboodschappen. Hout vervangt kolen als brandstof en voor sommige levensmiddelen is er ‘Ersatz’, namaak. Er ontstaat zwarte handel.
Samenwerking
Duitsgezinde partijen komen er in de Kempen niet aan te pas. Bij de Tweede Kamerverkiezingen in 1937 zijn er 21 mensen uit de regio die op de NSB of Zwart Front stemmen. Wel nemen sommige ondernemers opdrachten van de bezetter aan. Zo moet in Eersel in 1941 op bevel van de NSB-burgemeester de plaatselijke kiosk worden afgebroken omdat de harmonie geen lid wil worden van de Kultuurkamer. Eerselse ondernemers weigeren, een Reusels bouwbedrijf neemt de klus ter hand.
Verzet
Veel burgers verzetten zich passief tegen de overheidsmaatregelen. Enkelen wagen het met een oranje bloem rond te lopen, anti-Duitse teksten te verspreiden of verzetskranten te bezorgen. Het georganiseerde verzet komt van de Partizanen Actie Nederland. Het district de Kempen is verdeeld in rayons met ieder een leider. Er zijn zo’n 75 medewerkers die zich onder meer bezighouden met het verzorgen van honderden onderduikers.
Om aan voedselbonnen te komen worden kantoren in Bladel en Eersel overvallen. Ook is er hulp voor neergehaalde geallieerde piloten. Dat loopt niet altijd goed af. Hulp aan een Amerikaanse piloot wordt in Netersel verzetsman Fons van der Heijden (1896–1944) fataal.
Tijdens de bevrijding is een enkele Kempische verzetsman actief bij sabotageacties. Telefoonlijnen worden vernield en er worden kraaienpoten uitgestrooid om de Duitse troepenverplaatsingen moeilijker te maken.