Keizer Napoleon en keizerin Maria-Louise rijden samen vanuit Frankrijk naar Breda. In een deftig rijtuig omringd door soldaten te paard. Het is een hele stoet. Er gaan rijtuigen voorop en het keizerlijk paar wordt gevolgd door rijtuigen. Vanaf Breda reist de keizer zonder Maria-Louise naar Dordrecht. Daar staat een erewacht klaar die hem begroet. Napoleon stapt in een boot en deftige jonge mannen roeien hem naar Gorinchem. Daar wacht hij op de keizerin. Samen zullen ze naar Amsterdam gaan.
Keizer Napoleon heeft uitgezocht hoe de keizerin het beste kan rijden vanaf Breda. Op zaterdag 5 oktober vertrekt een lange rij met paarden en rijtuigen uit de stad. Voorop rijden erewachten te paard uit de belangrijkste steden van Brabant. Daar gaan ze, via ‘s-Gravenmoer en Waalwijk naar Heusden. Overal staan mensen langs de weg. Uit de ramen van sommige huizen hangt een Franse vlag. Hier en daar klinkt gejuich. Niet omdat de mensen dol zijn op de keizerin hoor. Als je niet meedoet aan het feest krijg je straf! In Heusden eet Maria-Louise een hapje met de burgemeester. Die wordt in het Frans ‘maire’ genoemd. Het Franse woord voor burgemeester. Dan gaat de lange rij met paarden en rijtuigen verder. Niet over de modderige polderwegen. Nee, de keizerin gaat over de Hoge Maasdijk langs Wijk en Aalburg, Veen, Andel, Giessen en Rijswijk naar Woudrichem. De dijk is voor deze bijzondere gebeurtenis helemaal opgeknapt en met schoon zand bestrooid. Er mogen die dag geen andere wagens op de dijk komen. De soldaten die meerijden hebben kleurige uniformen aan. De mensen kijken hun ogen uit. Een keizerin in een mooi rijtuig, dat zie je niet elke dag in het dorp.
Ook de Merwededijk vanaf Woudrichem is opgeknapt. Om vijf uur ‘s middags komt het gezelschap in Sleeuwijk aan bij het pontveer. Daar staat burgemeester Verschoor, de ‘maire’ te wachten. Zijn zoon Herman Eliza is er ook bij, want die spreekt Frans. Herman kan vertalen wat zijn vader tegen de keizerin wil zeggen. Maria-Louise stapt uit het rijtuig en gaat een heel mooie tent binnen. Die is speciaal voor haar gemaakt. Ze kan even uitrusten van de vermoeiende reis. Na een poosje verlaat ze de tent en gaat ze naar de veerstoep, waar een boot op haar wacht. De boot is door kooplieden uit Dordrecht prachtig versierd. De keizerin stapt in en daar gaan de roeiriemen heen en weer, op en neer. Na een poosje komt de boot aan in Gorinchem. Het duurt niet lang meer of ze is weer bij haar man. Samen reizen ze verder naar Amsterdam. De reis is voorbij. Maar voor burgemeester Verschoor ligt er nog heel veel werk. De 46 paarden die bij het gezelschap van de keizerin horen, kunnen niet met de boot worden overgezet. Die moeten worden gevoerd met hooi en haver. De soldaten gaan lekker eten en drinken in twee herbergen. En de Sleeuwijkse mannen die de weg met zand hebben bestrooid, willen een beloning van de burgemeester.
Het duurt jaren voordat iedereen zijn geld krijgt. Sommige rekeningen worden nooit betaald. Gelukkig heeft Sleeuwijk ook iets moois overgehouden aan het bezoek van de keizerin. Napoleon heeft gezien dat veel wegen in ons gebied niet te berijden zijn. Als het een poosje regent, liggen op de kleiwegen overal modderplassen. Of je struikelt over een diepe kuil. In Amsterdam neemt Napoleon daarom het besluit dat er een hele goede weg moet komen van Parijs naar Amsterdam. Die weg gaat ook door de dorpen Hank en Sleeuwijk. De weg moet voor het eind van het jaar 1812 klaar zijn. En dat gebeurt. In Sleeuwijk vind je nu nog steeds de Rijksstraatweg en in Hank de Keizer Napoleonweg.