-
De protestanten en de Beeldenstorm
Protestanten heten zo omdat ze protesteren tegen de pracht en
praal van de rooms-katholieke kerk. En tegen de grote verschillen
tussen arm en rijk. Ook willen ze vrijheid van godsdienst. Ze
worden zo boos dat ze in 1566 de katholieke kerken bestormen. Na
drie maanden loopt er een spoor van vernieling door het land.
Waarom een beeldenstorm?
Niet alleen in Nederland is er een beeldenstorm, het gebeurt in
heel Europa. Heiligenbeelden, glas-in-loodramen en andere
religieuze voorwerpen in katholieke kerken en kloosters worden
vernield. De protestanten willen al die poespas niet in de kerk. Ze
vinden Gods woord in de bijbel (het evangelie) het
allerbelangrijkste. De beelden en schilderijen in de kerken leiden
de gelovigen alleen maar af. Daarom zien protestantse kerken er
veel soberder (kaler) uit dan katholieke.
-
Luther en Calvijn
Maarten Luther (1483-1546) is een Duitse geleerde. Hij is
katholiek, maar als hij de bijbel goed leest, wordt hij boos op
zijn kerkleiders. Ze laten mensen die slechte dingen doen geld
betalen en beloven hen een plekje in de hemel. Luther vindt dat
mensen zelf de bijbel moeten lezen. De kerk kan je niet redden,
alleen God. Hoe loopt het af met Luther?
In 1517 publiceert Luther 95 discussiepunten over de kerkleer. Hiermee begint de Reformatie: de breuk binnen het christelijke geloof in West-Europa. Luther wil zijn kerk vernieuwen (hervormen), maar de kerkleiders zijn woedend. Ze verstoten Luther. Daarom begint hij een eigen kerk. Met Luther begint eigenlijk het protestantse geloof.
Johannes Calvijn (Zwitserland, 1509-1564) is een andere beroemde theoloog (iemand die het geloof bestudeert). Hij is 8 jaar als Luther zijn discussiepunten (stellingen) publiceert. Calvijn is het eens met de ideeën van Luther en wordt een van de leiders van de nieuwe protestantse kerk.
-
De Spaanse tijd
Karel de Vijfde (1500-1558) is keizer van Duitsland, Spanje en
de Nederlanden. Zo'n enorm rijk is een hele verantwoordelijkheid.
Op een dag roept Karel V zijn broer Ferdinand, zijn zoon Filips en
zijn beschermeling Willem van Oranje bij zich. Hij zoekt een
troonopvolger. Wie zal het worden?
Keizer Karel benoemt zijn broer Ferdinand tot keizer van
Duitsland. Zijn zoon Filips wordt koning van Spanje en de
Nederlanden. Dat is natuurlijk niet erg handig. Nederland en Spanje
liggen meer dan 1000 kilometer van elkaar. Keizer Karel vraagt
daarom Willem van Oranje om zijn zoon Filips te helpen bij het
besturen van de Nederlanden. Willem heeft een kasteel in Breda en
kent de Nederlanders goed. Zo gezegd, zo gedaan!
-
Ruzie om het geloof
Koning Filips II (1527-1598) is te streng voor het Nederlandse
volk. Willem van Oranje maakt zich er niet druk over of iemand
rooms-katholiek of protestants is, alle mensen mogen geloven wat ze
zelf willen. Filips is het daar niet mee eens. Hij tolereert alleen
het katholieke geloof. Willem en Filips krijgen hier vreselijke
ruzie over. Komt het nog goed?
Filips, hij is tenslotte de koning, pakt Willem alles af: zijn land, zijn geld en zijn kastelen. Willem en zijn vrouw Anna vluchten naar Slot Dillenburg in Duitsland, zijn geboorteplek. Het Nederlandse volk is boos en wil Willem van Oranje terug. Maar Willem blijft voorlopig veilig in Duitsland en zal later terugvechten tegen Filips. Het komt dus nooit meer goed tussen die twee.
-
Margaretha van Parma (1522-1586) en de ‘Geuzen’
Margaretha van Parma is de halfzuster van Filips II, de koning
van Spanje en de Nederlanden. Maar twee landen besturen die zover
uit elkaar liggen is lastig. Filips benoemt Margaretha in 1559 tot
landvoogdes der Nederlanden. Dat betekent dat zij het land mag
besturen in naam van Filips II.
Filips moet niets hebben van de protestanten en heeft de Inquisitie ingevoerd, de rechtbank van de katholieke kerk. Iedereen die anders over het geloof denkt is een ketter en krijgt de doodstraf. Protestantse en katholieke edelen verzetten zich tegen de bloedige vervolging. In een brief, het Smeekschrift der Edelen, veroordelen zij de Inquisitie. Margaretha van Parma, bang voor onrust, geeft de edelen tijd en ruimte om hun brief aan Filips II in Spanje te overhandigen. Maar haar adviseurs noemen de edelen 'geuzen', dat bedelaars of schooiers betekent. Dit wordt later hun strijdnaam in het gevecht tegen de Spaanse overheersing.
-
Hagenpreken
Een hagenpreek is een kerkdienst in de open lucht. Na de
Beeldenstorm (1566) treden de katholieke Spanjaarden streng op
tegen de protestanten in Nederland. Ze worden ketters genoemd en
mogen hun geloof niet meer belijden. Daarom gaan ze naar de
hagenpreken van rondtrekkende predikanten. Bidden in
de duinen.
Al vóór de Beeldenstorm houden
de protestanten bijeenkomsten in de open lucht. Ze hebben nog geen
kerken en moeten zorgen dat de Spaanse overheersers niets in de
gaten hebben. In de duinen van het Zeeuwse eiland Walcheren komen
in 1566 zo'n 300 mensen af op de eerste grote hagenpreek. Twee
dagen later trekt een tweede preek in de buurt van de stad
Middelburg zelfs meer dan 1500 gelovigen. In de weken daarna zijn
er hagenpreken op verschillende plaatsen in het land.
-
De IJzeren Hertog (1507-1582)
Filips II van Spanje vindt het maar niets, die onrust in de
Nederlanden. Na het neerslaan van de Beeldenstorm stuurt hij zijn
beste generaal, de hertog van Alva, er met een leger van 10.000 man
op af. Vervolgingen, executies en onderdrukking zijn het gevolg.
Hoe loopt dat af?
In vijf jaar tijd worden bijna 9000 mensen ondervraagd en veroordeeld voor verraad. Door zijn schrikbewind krijgt Alva de bijnaam IJzeren Hertog. Veel edelen vluchten het land uit, ook Willem van Oranje. Vanuit het buitenland waagt Willem van Oranje met zijn broers meerdere invallen in de Nederlanden. Het antwoord van Alva is niet mis. Verschillende vrienden van Willem worden onthoofd. Uiteindelijk lukt het Alva niet de opstandelingen neer te slaan. Het Spaanse leger lijdt zware verliezen en delen van de Nederlanden worden veroverd door de opstandelingen.
-
De Tachtigjarige Oorlog (1568-1648)
De Nederlanden raken in oorlog met de Spaanse overheersers. Die
Tachtigjarige Oorlog bestaat uit meerdere opstanden en gevechten.
Tijdens deze oorlog ontstaat er een definitieve scheiding tussen
het protestantse Noorden en het katholieke Zuiden van de
Nederlanden, dat onder het bewind van Spanje blijft. Wie
tegen wie?
In 1588 gaat het protestantse Noorden de Republiek der Zeven
Verenigde Nederlanden heten. De Republiek bestaat dan uit de
staten: Groningen, Friesland, Overijssel, Gelderland, Utrecht,
Holland en Zeeland. Maurits van Oranje (1567-1625), zoon van Willem
van Oranje, is dan stadhouder en legeraanvoerder van de Republiek.
Samen met Johan van Oldenbarnevelt (1547-1619) maakt hij de
Republiek sterker. Maar de strijd in de Nederlanden tegen de
Spanjaarden duurt tot 1648 en gaat ten koste van heel veel
levens.
Vensterplaat Beeldenstorm. Voor docenten: Vensterles groep 7-8 en Onderbouw VO. Illustratie: John Rabou.