-
De gasbel van Slochteren
In 1959 werd er een schat gevonden in Slochteren, een plaats in
Groningen: aardgas! Onder het land van boer Boon zat een grote bel
met aardgas. Het was de grootste gasbel die toen bekend was!
Nadat de gasbel gevonden was, zijn er in Nederland veel dingen
veranderd. Het gas werd uit de grond gehaald. Dat noemen we 'gas
winnen'. En door het hele land zijn gasleidingen gelegd. Daar zijn
alle huizen op aangesloten. Zo kan iedereen in huis het gas
gebruiken.
En Nederland verkoopt gas aan het buitenland. Daar verdienen we
veel geld mee. Want aardgas is duur. De prijs van aardgas is
gekoppeld aan de prijs van aardolie (waar onder meer benzine van
gemaakt wordt). Als de aardolie goedkoper wordt, wordt het gas ook
goedkoper. Maar als de aardolie duurder wordt, wordt het aardgas
ook duurder! En aardolie is heel duur, want het raakt op. Er is nog
maar heel weinig van. Omdat de aardolie zo duur is, is aardgas ook
duur.
Nederland krijgt veel geld door aardgas te verkopen. Dat geld
noemen we 'aardgasbaten'. Aardgas is één van de redenen dat
Nederland een rijk land is geworden, waar niemand meer echt arm
hoeft te zijn. Ook zijn met de aardgasbaten veel wegen
aangelegd.
-
Waar wordt gas voor gebruikt?
Hoe wordt het water uit de kraan thuis eigenlijk warm? En hoe
komt het dat de verwarming warm wordt? En waar komt de
elektriciteit voor de lamp en de tv vandaan? Voor al die dingen
wordt aardgas gebruikt.
De meeste huizen in Nederland zijn aangesloten op buizen waar
aardgas doorheen stroomt. Als dat gas het huis binnen komt, gaat
het eerst langs een meter die meet hoeveel gas er gebruikt wordt.
Vervolgens gaan er gasleidingen naar de gasketel van het huis,
waarin aardgas wordt verbrand. De hitte van dat vuur maakt het
water warm. Met dat warme water kun jij douchen of afwassen, en ook
stroomt het door de radiatoren van de centrale verwarming. Een
ander deel van het aardgas gaat naar het gasfornuis, om op te
koken. En de elektriciteit in huis komt eigenlijk ook van aardgas!
Veel elektriciteitscentrales gebruiken aardgas om energie mee te
maken. Die elektriciteit komt uit het stopcontact. Daar kun jij de
lamp mee aandoen!
-
Wat is aardgas?
Aardgas zit diep in de grond, wel drie kilometer diep! We zeggen
wel dat het in een gasbel zit, maar eigenlijk zit het gas tussen de
zandkorreltjes in de grond. Je kunt het er alleen uit halen met een
speciale boor. Maar hoe is het aardgas daar eigenlijk gekomen?
-
Hoe wordt aardgas gewonnen?
Aardgas zit ongeveer drie kilometer diep onder de grond. Daar
kun je niet zomaar even naartoe graven. Hoe wordt het gas dan naar
boven gehaald? In Nederland zorgt de Nederlandse Aardolie
Maatschappij (NAM) daarvoor.
Als er ergens gas in de grond zit, bouwt de NAM er een boortoren
boven. Vanuit die toren worden lange buizen de grond in gedraaid.
Die buizen heten boorbuizen. Vooraan zit een boorkop. Die graaft de
weg voor de buis. Het laatste stukje gaat heel moeilijk, daar is de
grond heel hard. Als de buis diep genoeg zit, wordt er boven de
grond een kraan aan de buis gemaakt. Zo kan het gas eruit gelaten
worden.
Soms zit er gas onder een stad, of onder de Waddenzee. Daar mag je
geen boortoren bouwen. Als het gas dan toch gewonnen moet worden,
bouwt de NAM een boortoren náást de stad. Dan graven ze een schuine
gang voor de boorbuis. Zo hebben de mensen er geen last van.
Als het gas uit de grond is, gaat het niet direct naar je huis.
Voordat het in de gasleidingen gaat, wordt er eerst een vies
luchtje bij gedaan. Want aardgas kun je niet zien en niet ruiken.
Bovendien is het heel gevaarlijk, het kan makkelijk ontploffen.
Door een vies luchtje aan gas te geven, ruik je het gelijk als er
ergens gas ontsnapt, uit je gasfornuis bijvoorbeeld. Een veilig
idee!
-
De tijd vóór aardgas
Dit is een kolenschuur. Vroeger zag je dit soort schuurtjes heel
veel in Nederland. Voor de vondst van de gasbel in 1959 hadden
huizen geen gas. Mensen gebruikten toen steenkool. Net als aardgas
komt steenkool diep uit de grond. Het werd opgegraven in
kolenmijnen. De kolenboer verkocht de kolen aan gezinnen.
Kolen kunnen goed branden. Daarom werden ze gebruikt om de
kachel mee aan te steken. Je had toen nog niet in alle kamers
verwarming. Alleen de kamer waar de kachel stond, werd warm. Op de
kachel kon je koken en je badwater opwarmen. Pannetje voor pannetje
werd het water opgewarmd en in een grote teil gedaan. Het duurde
dus heel lang voordat je bad vol was! Daarom namen de mensen
vroeger ook niet vaak een warm bad. Een beetje wassen met een
washandje en koud water was genoeg.
Toen het aardgas werd ontdekt, werden er steeds minder kolen
gebruikt. Er zijn nu helemaal geen kolenmijnen meer in Nederland.
De laatste is in 1974 gesloten.
-
Waar zit nog meer aardgas?
De gasbel in Groningen is een van de grootste gasbellen, maar
het is niet de enige. Op andere plekken in Nederland en op de
wereld zit ook aardgas. In de Noordzee bijvoorbeeld, en in de
Waddenzee. Waarom zijn we dan toch bang dat het aardgas op
raakt?
Er zijn veel gasbellen waar we bijna niet bij kunnen komen. Het
is bijvoorbeeld vaak moeilijk om in de zeebodem te boren. Daar
zouden hele dure machines voor nodig zijn. Dan zou het gas ook heel
duur worden. En dan wil niemand het meer gebruiken.
Boortorens kunnen wel bij het gas onder de Waddenzee komen. Maar
de Waddenzee is een beschermd natuurgebied. Er leven zeldzame
dieren. Die moeten niet gestoord worden door de herrie van
boormachines. En het landschap moet niet verpest worden door
lelijke boortorens. Maar we willen dat gas toch graag hebben.
Daarom heeft de NAM (Nederlandse Aardolie Maatschappij) een
afspraak gemaakt over de Waddenzee. Ze mogen er boren als de natuur
er geen last van heeft. Daarom hebben ze boortorens naast de
Waddenzee neergezet. Door een schuine boortunnel kunnen ze toch bij
het gas onder de Waddenzee komen. Zo hoeven er geen boortorens in
de natuur te staan, en kunnen ze toch gas winnen!
-
windenergie
Dit is een windmolenpark. Met de windmolens wordt energie
gemaakt. Die kun je gebruiken in huis. Je kunt er bijna dezelfde
dingen mee doen als met aardgas. Dat is handig, want het aardgas is
bijna op!
Volgens de Nederlandse Aardolie Maatschappij is er nog genoeg
aardgas tot 2030. Maar wat moeten we als het aardgas op is?
Tegenwoordig proberen mensen op andere manieren energie te maken.
Maar dat is lastig! Energie moet niet te veel kosten, en vooral
niet slecht zijn voor het milieu.
Windenergie bijvoorbeeld, energie uit windmolens, is heel schoon.
Windmolens geven geen uitlaatgassen of vieze rook. Maar het lastige
van windmolens is: ze werken natuurlijk alleen als het waait!
Daarom staan windmolens vaak op zee, daar waait het altijd wel een
beetje. Het is dan alleen wel lastig om ze te repareren als ze
kapot zijn. Je moet er met een boot naartoe varen, en als je even
een schroevendraaier vergeten bent…. Dan moet je helemaal terug.
Omdat het zo moeilijk is om bij de windmolens te komen, kost het
onderhoud veel geld.
-
Zonne-energie
Steeds meer mensen en bedrijven gebruiken tegenwoordig
zonne-energie. Dat komt van zonnepanelen die je op je dak kunt
leggen. Die zetten daglicht om in energie.
Je kunt de energie uit zonnepanelen direct in je huis gebruiken.
Om de lamp te laten branden bijvoorbeeld. Maar zonnepanelen zijn
duur, en als de zon niet schijnt maken ze niet veel stroom.
Zonne-energie kan in zijn eentje niet genoeg stroom leveren voor de
hele wereld. Dan zou een heel groot deel van de aarde met
zonnepanelen bedekt moeten worden. Zonnepanelen helpen om nieuwe
energie te maken, maar van zonnepanelen alleen komt niet genoeg
energie. We moeten ook andere vormen van energie gebruiken.
-
Biobrandstoffen
Dit is een biogascentrale. Hier wordt biobrandstof gemaakt:
brandstof die komt uit planten of uit dierenmest. De mest ligt hier
een tijdje in een opslagtank. Dan komt er gas uit: biogas. Daar kun
je dezelfde dingen mee doen als met aardgas.
Ook uit sommige planten kun je brandstof maken. Uit koolzaad en
lijnzaad bijvoorbeeld. Als je de zaden fijn perst, komt er olie
uit. Die olie kun je gebruiken als brandstof.
Biobrandstoffen zijn niet zo schoon als zonne-energie of
windenergie. Er wordt bijvoorbeeld kunstmest gebruikt om het
koolzaad te laten groeien. Kunstmest is slecht voor het milieu. En
op het stuk land waar koolzaad groeit, kan geen graan groeien. Of
iets anders dat mensen kunnen eten. Boeren moeten kiezen: is hun
grond voor energie (koolzaad) of voor voedsel (graan)?
De nieuwe energiesoorten (windenergie, zonne-energie, aardgas en
biobrandstoffen) hebben allemaal voor- en nadelen. Veel manieren
van energie maken zijn nu nog duur. Maar hoe meer we erover leren,
hoe goedkoper het wordt om zulke energie op te wekken!
Vensterplaat De gasbel. Voor docenten: Vensterles groep 5-8. Illustratie: Iris Boter.