In 1745 kocht Cornelis Schellinger het Slot Zeist ten behoeve van hernhutters. De hernhutters bouwden op het terrein voor het slot een broeder- en een zusterhuis. Nog steeds zijn die te herkennen als het Broeder- en Zusterplein. De hernhutters kerkten aanvankelijk in de keuken van het slot, later werd een eigen kapel gebouwd. Ook legden ze een begraafplaats nabij het slot aan. De gelijkheid van de mens werd benadrukt door alle doden onder gelijkvormige zerkjes te begraven en ook hier lagen mannen en vrouwen gescheiden. Om in hun onderhoud te voorzien, startten de broeders en zusters kleine ambachtelijke bedrijfjes. Hun aanwezigheid werd belangrijk voor de lokale economie. Ook hadden ze een eigen school. De hernhutter beweging was zeer gericht op zending.