Van Kersenlijn tot Ponlijn

Sneltreinen denderen voorbij

De industriële revolutie die was begonnen met de uitvinding van de stoommachine bevorderde ook de aanleg van spoorwegen. Dit werd in Leusden zichtbaar toen, op basis van de spoorwegwet van 1860, werd besloten tot aanleg van de spoorlijn Amersfoort-Kesteren.

Weerstand
In 1877 ontvingen Burgemeester en Wethouders van Leusden de stukken met betrekking tot de aanleg van die spoorlijn, die ze op 5 november officieel publiceerden. Tien grondbezitters onder wie de eigenaren van de boerderijen Ruitenbeek en de Zuidwind dienden bezwaarschriften in en zorgden zo voor de nodige vertraging.
In 1886 was de lijn gereed. In die tijd bestonden er verschillende spoorwegmaatschappijen die elkaar hevig beconcurreerden. Bij koninklijk besluit werd de exploitatie van de lijn gegund aan de Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij (HIJSM). Deze begon op 18 februari met een pendeldienst tussen het nieuwe station "Amersfoort Staat" en Kesteren. Een paar jaar later werd in Kesteren een aansluiting gerealiseerd op de door de Staatsspoorwegen geëxploiteerde spoorlijn Dordrecht - Elst. Vanaf 1889 konden de treinen doorrijden naar Nijmegen en vandaar naar Duitsland.

Halte Leusden
Stations en haltes werden in die tijd niet gebouwd in de dorpen, maar op punten waar de spoorlijn belangrijke regionale of lokale wegen kruiste. Zo kwam het station Woudenberg-Scherpenzeel te liggen bij de oversteek van de verbindingsweg tussen beide dorpen. Voor Leusden was, ondanks inspanningen van de gemeente, geen stopplaats voorzien. Na de ingebruikname van de lijn kwam de gemeente met de HIJSM overeen dat een beperkt aantal treinen ook Leusden zou aandoen bij een halte aan de kruising met de Hamersveldseweg.
De halte Leusden lag ver van het dorp en werd maar weinig gebruikt. Alleen maar door enkele boeren als die naar de weekmarkt in Utrecht reisden. Een keer per jaar was het wel druk. In augustus, tijdens de jaarlijkse Amersfoortse Processie naar Kevelaar, stapten er veel reizigers op de trein. De halte werd in 1927 opgeheven.

Internationaal
Amersfoort was een knooppunt van verschillende concurrerende spoorwegmaatschappijen die elk een eigen station hadden. Overstappen betekende een wandeling van enkele honderden meters of vervoer per koets. Rond 1900 kwam er een nieuw gezamenlijk station "Amersfoort". De lijn naar Kesteren werd aangesloten op de bestaande HIJSM-lijn van Amsterdam naar Amersfoort. Hierdoor kreeg deze spoorwegmaatschappij haar gewenste rechtsreekse verbinding van Amsterdam naar het Roergebied, via Amersfoort en Nijmegen. Zij kon nu concurreren met de Rhijnspoorweg- Maatschappij die via Utrecht en Arnhem reed.
Niet alleen de sneltrein Amsterdam-Keulen en verschillende stoptreinen reden langs Leusden over de "Kersenlijn". Het traject was ook van grote betekenis voor het transport van steenkool en andere goederen. De lijn was ooit ontworpen met het oog op personenvervoer, maar werd nu steeds belangrijker voor het transport van goederen. Daardoor werd in de jaren twintig het baanvak van Amersfoort tot Woudenberg-Scherpenzeel uitgebreid naar dubbelspoor.
Al vrij snel na de opfheffing van de halte Leusden kwam ongeveer op die plaats een korte aftakking naar de silo en het handelsgebouw van de Coöperatieve Handelsvereniging Leusden. Zo kreeg de in 1929 gebouwde Coöperatie een efficiënte aanvoer van goederen, steenkool bijvoorbeeld. Die brandstof bestelden Leusdenaren hier tot in de jaren zestig. Nog jaren daarna lag het gruis ervan in de berm van de Tabaksteeg.

Opheffing
In mei 1940 werd de spoorbrug bij Rhenen opgeblazen maar later weer repareerd, zodat de Duitsers de spoorlijn bleven gebruiken tijdens de Bezetting. Tegen het eind van de Tweede Wereldoorlog hadden zij grote behoefte aan ijzer voor de oorlogsindustrie en besloten daarom één van beide sporen weg te halen. Een geallieerd bombardement in oktober 1944 betekende het einde van de verbinding met Kesteren. De spoorbrug werd niet meer hersteld en de spoorlijn werd voortaan alleen nog maar voor vervoer van goederen gebruikt. Eerst nog van Amersfoort tot Rhenen, vanaf 1972 tot Woudenberg en vanaf 1988 tot Leusden. Dat stuk raakte bekend als de Ponlijn.