In Renswoude, het Rhenens Woud, stond al in de middeleeuwen een kasteel. Aan het begin van de zeventiende eeuw kwam het via vererving in handen van Johan van Reede. Hij pakte de zaken groot aan: hij liet grote stukken van de woeste gronden ontginnen, brak het middeleeuwse kasteel af en bouwde er een luxueus huis in classicistische stijl met een middengebouw en twee vleugels. Later werd er vanuit het kasteel een grote waterallee gegraven. Deze waterweg verbond de slotgracht met twee beken, zodat het kasteel over vers water beschikte. De allee kruiste schuin de straatweg waaraan het dorpje Renswoude was gelegen. Johan van Reede liet ook een huiskapel bouwen, die eveneens door de bewoners van het dorp mocht worden gebruikt. De bouwer van de kapel was Jacob van Campen. Een latere bewoner liet rondom het kasteel een groot landschapspark aanleggen dat het barokpark verving dat in de zeventiende eeuw was ontworpen.