Halverwege de jaren vijftig van de twintigste eeuw was de
Rijksuniversiteit Utrecht gehuisvest in een groot aantal gebouwen,
gelegen in en om de Utrechtse binnenstad. Uitbreidingsmogelijkheden
waren er nauwelijks en al jaren kampten vooral voor de faculteiten
diergeneeskunde en wis- en natuurkunde met ruimtegebrek. Het
ministerie van Onderwijs en Wetenschappen, verantwoordelijk voor de
huisvesting besloot een nieuw universiteitsterrein buiten de stad
met voldoende groeimogelijkheden te bouwen. Het
universiteitsterrein werd gepland in de toenmalige Johannapolder,
dat vrijkwam voor bebouwing nadat de Kringenwet buiten
werking werd gesteld. Het nieuwe universiteitsterrein kreeg de naam
'Uithof', naar een voormalige boerderij, die ooit als uithof had
dienstgedaan voor een vroeger in de buurt gelegen klooster. Die
boerderij kon gelijk dienst doen als onderdeel van de faculteit
diergeneeskunde.
Architect J.A.G. van der
Steur werd gevraagd een stedenbouwkundig ontwerp te
maken. Hij maakte een functionalistisch en rechthoekig plan, dat
uitging van een strikte scheiding tussen de functies wonen, werken
en recreëren. De Uithof was bestemd om te werken en te studeren, de
binnenstad was er voor gezelligheid, recreatie en cultuur. In 1963
werd het eerste gebouw, Transitorium 1 opgeleverd, later volgden
'Trans 2' en Trans 3'. De namen geven al aan dat deze gebouwen een
tijdelijk karakter kregen, hoewel ze decennialang dienst hebben
gedaan.
Er kwam al snel kritiek op de Uithof. Het miste volgens velen
visie, het ontbrak aan een hart en er was geen rekening gehouden
met de leefbaarheid. Het duurde echter lang tot de bezwaren werden
gehoord. Pas in 1973 werd een cultureel centrum op de Uithof
geopend. Ondertussen kreeg de Uithof steeds meer gebruikers. In de
jaren tachtig verhuisde het academisch ziekenhuis naar de Uithof en
de vestiging van HBO-opleidingen op het terrein bracht 15.000 extra
studenten. Een nieuwe toekomstvisie voor het complex was
noodzakelijk. Op verzoek van de universiteit ontwikkelden de
architecten Rem Koolhaas en Art Zaaier de 'Visie Uithof
2000'. Koolhaas en Zaaier wilden 'een vrolijke
mengelmoes van verschillende individuen, instituten en
voorzieningen' realiseren, 'verbonden met de stad en ingebed in een
aantrekkelijk landschap'.
Voortaan was het gebied niet meer alleen een universiteitsterrein.
Niet alleen werden er voor het eerst studentenwoningen
gebouwd, ook werden innovatieve bedrijven uitgenodigd zich op de
Uithof te vestigen. Het terrein kreeg daarom in 2007 een nieuwe
naam 'Utrecht Science Park'.