De Harmonie
Bloeiend en boeiend verenigingsleven
Bloeiend en boeiend verenigingsleven
Aan het eind van de negentiende eeuw veranderde de maatschappij dankzij allerlei technische ontwikkelingen en kreeg men meer vrije tijd. Er ontstond behoefte om samen te ontspannen. De eerste verenigingen waren cultureel: muziek, zang en toneel.
Muziek, zang en “degelijk vermaak”
In Deventer kranten dook vanaf 1863 regelmatig de naam Sempre Crescendo op. Een groepje jongens uit Diepenveen, die geen noot konden lezen, trad op o.l.v. hun dirigent Julius Opitz. Vaak voor een goed doel, zoals de 'armen' of het Rode Kruis, soms samen met de vereniging Tot Nut en Genoegen en/of de zangvereniging Concordia van bovenmeester Hendrik Cornet. Het orkest Sempre Crescendo hield het bijna twintig jaar vol en verdween toen uit beeld.
In 1923 startte er een nieuw muziekgezelschap met de naam DINDOA (Door Inspanning Nuttig. Door Ontspanning Aangenaam). Al snel koos deze muziekvereniging voor de oude naam Sempre Crescendo. Er werd geld ingezameld zodat iedereen bij optredens dezelfde pet kon dragen en de dorpsbevolking schonk het nog steeds gebruikte vaandel.
Dit harmonieorkest is de nestor van alle huidige verenigingen in het dorp. Sinds 1923 treden ze op bij uiteenlopende festiviteiten zoals rondgangen door het dorp, concerten, het inhalen van Sinterklaas en na het schoolreisje en bij de serenade bij Koningsdag. Nu, 100 jaar later, verzorgt het orkest nog steeds muzieklessen voor de jeugd, heeft het een eigen slagwerkgroep en zijn de oliebollen fameus.
Tot Nut en Genoegen was een gezelligheidsvereniging, opgericht op 17 februari 1871 met als doelstelling:
a. Het onderhouden van een gezellige kring
b. Het bevorderen van degelijk vermaak
c. Oefening in welsprekendheid
De leden zetten zich ook in voor de oprichting van een Naai- en breischool, omdat er geen handwerklessen gegeven werden op school. Meisjes zouden daarvan toch veel profijt hebben als ze na de lagere school werk moesten zoeken. Hun initiatief maakte dat zij de allereerste officiële vereniging in Diepenveen oprichten: ‘de Vereeniging tot oprichting en instandhouding eener Brei- en Naaischool’, opgericht bij Koninklijk Besluit van 7 januari 1873.
Eenentwintig jaar na hun oprichting kreeg Tot Nut en Genoegen de Koninklijke goedkeuring (Koninklijk Besluit van 23 februari 1892). In 1894 vierden al ze uitgebreid hun 25-jarig bestaan omdat ze zelf liever de oude datum van oprichting aanhielden. Jarenlang verzorgden ze avonden in café Bloemendal, de oude dorpsschool en nog later in het dorpshuis. In 1902 gingen ze samen met de Gemengde zangvereniging Concordia en noemde men zich Toneel- en Zangvereniging Tot Nut en Genoegen, maar na 1910 werden ze alleen als toneelvereniging vermeld.
Na bijna 150 jaar viel In 2017 voor hen voorgoed het (toneel)doek.
Davos ligt in Diepenveen!
Een ijsclub organiseerde vanaf 1890 een paar jaar lang schaatswedstrijden voor jong en oud op de kolk van Nieuw Rande en verdween dan weer jaren, tot de Vereniging van Neringdoenden in Diepenveen, opgericht in 1930, er weer nieuw leven inblies. Aan de Boxbergerweg kwam een prachtige ijsbaan, aangelegd door Diepenveense werklozen in het kader van de werkverschaffing, compleet met elektrische verlichting (zes lampen). De baan was 260 meter lang, 40 meter breed en 50 cm diep. Bij de officiële opening, onder de vrolijke tonen van Sempre Crescendo, kreeg de baan de toepasselijke naam ‘Davos’. Het Deventer Dagblad kopte: ‘Davos ligt in Diepenveen!’
In 1980 werd de Diepenveense IJsvereniging de Molenkolk opgericht. De eerste jaren schaatste men op de Molenkolk. Vanaf 1994 is de natuurijsbaan verhuisd naar een ondergelopen weide aan de Schapenzandweg.
Voetbal en meer
Rond 1930 ontstonden in een rap tempo meerdere verenigingen. Padvinderij (1927), de schietvereniging de Vijf Rozen (1927), het Diepenveens Gemengd Koor (1930 tot 2005) en in 1934 werd op het landgoed De Hoek de Sallandsche Golfclub 'de Hoek' opgericht.
Steeds meer sportverenigingen volgden. Voetballen op straat deden ze volop in het dorp, onder andere een jongensclubje dat zichzelf VIOS (Vooruit Is Ons Streven) noemde. Zij gingen in de buurt met de pet rond om een echte GoAheadvoetbal (die kostte wel fl. 1,15!) te kunnen kopen. Maar toen die na een tijdje stuk ging, werd het clubje opgeheven.
Een ander groepje noemde zich al D.S.C. (Diepenveense Sportclub), maar de échte DSC, voor voetbal én gymnastiek, begon in 1935 op een veldje in de Vossebelt. Voor elke wedstrijd moest de wei wel eerst koeienvlaai-vrij gemaakt worden. Later ging men naar de Molenweg eind jaren tachtig naar het huidige sportcomplex 'De Zunnebargh' aan de Schuurmansweg. De gymnastiekvereniging oefende in de oude school aan de Roeterdsweg en nu in de sportzaal van het Kulturhus.
DSC groeide uit tot de tegenwoordige omni-vereniging DSC, met daarin handbal, volleybal, badminton, tafeltennis, biljart, jeu de boules en sinds kort ook nordic sports.
Op dit moment telt Diepenveen vele sport-, cultuur- en gezelligheidsverenigingen, voor elk wat wils. Al die verenigingen, groot en klein, dragen bij aan de leefbaarheid van Diepenveen.