Eind jaren zestig nam door een wijziging van de Drankwet het aantal slijterijen sterk toe. Het gevolg was een prijzenoorlog waarbij werd gestunt met zogenoemde merkloze 'witte jenevers'. Het deed de kwaliteit en het imago van jenever geen goed. Veel van de nog resterende distilleerderijen konden de concurrentieslag niet aan en moesten samenwerken of fuseren of helemaal sluiten.
De familie Nolet, een van de bekendste voorbeelden van de distillateurs dynastieën die eeuwenlang invloedrijk waren in Schiedam, bracht in 1977 de ambachtelijk gestookte jenever Ketel 1 op de markt. Het werd een populaire jenever in Nederland, terwijl de Ketel 1 vodka, geïntroduceerd in 1983, door een handige marketing een verkoopsucces werd in Amerika.
De laatste jaren heeft jenever ook het stoffige imago verloren dat het had gekregen en is het onder de naam gin zelfs hip geworden. De oude distillateursindustrie is in Schiedam nooit helemaal verdwenen, ondanks de neergang, een lijkt een opleving mee te maken. Naast Nolet zijn ook bekende bedrijven als Kuyper en UTO nog steeds actief.