Oorlog in Nederland
Jonge mannen werden gedwongen om in Duitsland in fabrieken te gaan werken. Journalisten mochten niet meer alles schrijven wat ze wilden. Huisvrouwen konden producten als koffie, thee en zeep niet zomaar in de winkel kopen, ze waren schaars. Boeren moesten hun paarden aan de Duitsers geven of een vetgemest varken. In de winter van 1944-1945 kwamen hongerige mensen uit het westen van Nederland op de fiets naar onze gemeente om bij de boeren eten te vragen. Deze winter noemen we de hongerwinter.
Joodse mensen
Voor joodse mensen werd het leven nooit meer hetzelfde. Op hun kleding moesten zij een gele ster dragen en ze kregen steeds minder vrijheid. Hitler gaf de joden de schuld van de economische problemen in zijn land. Ook de joodse families die in de gemeentes Borger en Odoorn woonden, werden afgevoerd naar kamp Westerbork. Van daaruit gingen ze naar vernietigingskampen. Ze kwamen nooit meer terug.
Verzet
Het was gevaarlijk om dingen te doen die de bezetter verboden had maar toch deden sommige mensen dat. Sommige mensen moesten hun verzetsdaden met de dood bekopen, Albertus Zefat uit Valthe bijvoorbeeld. Boer Zefat had joodse mensen geholpen om een veilige schuilplaats te vinden. Hij verstopte de onderduikers in een hol in het dichtbegroeide Valtherbos. Bertus bracht de onderduikers voedsel en kleren. In de zomer van 1944 werd Bertus verraden. Hij vertelde niets aan de Duitsers over het onderduikershol. Voor straf werd hij achter zijn huis doodgeschoten. Alle onderduikers in het Valtherbos overleefden de oorlog.
NSB
Voor het verzetswerk moest je erg dapper zijn, en voorzichtig omdat in ieder dorp NSB-ers woonden. Een NSB-er, was iemand die lid was van de partij die samenwerkte met de Duitse bezetter. Zij dachten dat ze een beter leven zouden krijgen als Hitler de oorlog zou winnen. Na de oorlog werden de NSB-ers gestraft. Sommigen werden in het openbaar vernederd voordat ze afgevoerd werden naar kamp Westerbork. Hier moesten ze hun straf afwachten.
Bevrijding
In april 1945 werd de gemeente Borger-Odoorn bevrijd door Poolse soldaten. Het was feest, eindelijk was er weer vrijheid. Er was ook verdriet over de mensen die de oorlog niet overleefd hadden. Ook na de bevrijding bleef de oorlog slachtoffers maken. Drie vriendjes uit Eeserveen kwamen om het leven toen ze in het bos vlakbij Odoorn met een achtergebleven granaat speelden. De granaat ontplofte en veroorzaakte een enorme explosie. Op de plek van het ongeluk staat een monument voor de jongens.
Herdenken
In het bos vlakbij Exloo werd een monument gemaakt op de plek waar een Amerikaanse bommenwerper neerstortte. Alle tien bemanningsleden kwamen om het leven. Elk dorp in de gemeente kreeg één of meerdere oorlogsmonumenten. Welk monument staat er in jouw dorp? Valthe kreeg een Albertus Zefatweg en het onderduikershol werd opgeknapt. Jaarlijks worden in de gemeente herdenkingen georganiseerd. Er worden bloemen gelegd en mensen komen bij elkaar om de verhalen uit de oorlog aan elkaar te vertellen. Telkens weer, zodat we niet vergeten wat er is gebeurd.
Vrede en vluchtelingen
Toen de Tweede Wereldoorlog was afgelopen, hoopten veel mensen dat ze nooit meer een oorlog zouden meemaken. In Nederland leven we gelukkig sinds 1945 in vrede. Op andere plekken in de wereld wordt wel oorlog gevoerd. Sommige mensen die voor de oorlog uit hun land gevlucht zijn, worden in Nederland opgevangen. Ook Borger-Odoorn probeert vluchtelingen een veilig plek te bieden.