Ommerschans

Werkkamp voor bedelaars

Tijd van burgers en stoommachines

Armen

In de 19de eeuw waren er in Nederland veel arme mensen. In de steden woonden gezinnen met soms wel acht kinderen in kleine, vochtige kamertjes. Op het platteland was het niet veel beter. Mensen woonden daar in hutjes die ze zelf van wat planken en plaggen gemaakt hadden.

Hulp

In 1818 wilde Johannes van den Bosch deze arme mensen helpen. Hij richtte de Maatschappij van Weldadigheid op. Hij wilde voor de arme mensen werk en onderwijs regelen. Dan zouden zij het ook goed krijgen. Maar niet iedereen kon of wilde werken…

Strafkamp

Deze mensen werden vanaf 1819 naar de Ommerschans gestuurd. De Ommerschans was een soort werkkamp voor bedelaars. Er stond een groot gebouw met 34 slaapzalen. Deze zalen hadden geen ramen. Er woonden ongeveer 2.000 mannen, vrouwen en kinderen, terwijl er maar plek voor 1.500 mensen was. Om er voor te zorgen dat niemand zou ontsnappen, was er een gracht en liepen er bewakers op het terrein. Een verblijf in de Ommerschans zou betere mensen van de bedelaars maken, dacht men.

Hard werken

De mensen in de Ommerschans werkten hard. De vrouwen spinden, naaiden en weefden. De mannen maakten klompen, schoenen en kleren. Ook moesten de bedelaars het land buiten de Ommerschans geschikt maken voor landbouw. Het was bijna onmogelijk om uit de het kamp te komen. Pas als je f 25,‒ gespaard had, werd je vrijgelaten. Maar de meeste mensen konden maar een paar cent per week sparen.

Wie niet werkt, krijgt geen eten

Johannes van den Bosch dacht dat de bedelaars door hard te werken goede mensen werden. Maar daar kwam niks van terecht. Veel mensen waren zo verzwakt dat ze ziek werden. Ze kregen nauwelijks te eten. De regel was: wie niet werkt, krijgt geen eten. Veel bedelaars werden aan hun lot overgelaten en stierven van de honger en uitputting. Van het onderwijs voor kinderen kwam ook niks terecht. Die waren na een lange werkdag veel te moe om te leren.

Mislukt

In 1890 werd het bedelaarskamp gesloten en afgebroken. Alleen de begraafplaats is nog over. Hier liggen maar liefst 5.400 bedelaars begraven.