Op 13 december 1943 vult de lucht boven
Zuid-Kennemerland zich met 216 Britse bommenwerpers en 193
gevechtsvliegtuigen. Op weg naar Schiphol. Ze slagen in hun missie:
de luchthaven wordt vernield en gedurende de rest van de oorlog
kunnen de Duitsers haar niet meer gebruiken.
Een van de bommenwerpers heeft een mankement, waardoor de
bommen niet boven Schiphol gedropt worden. Ze vallen pas naar
beneden op de terugweg, boven Heemstede. Ze komen neer op de
Binnenweg, tussen de Kastanjelaan en de Julianalaan. De schade is
enorm. Slechts 20 mensen raken gewond.
Het zal niet de enige keer zijn dat Heemstede getroffen wordt. De
gemeente is weliswaar geen doelwit, maar het nabijgelegen IJmuiden
en Schiphol worden regelmatig bestookt door geallieerde
vliegtuigen. Afzwaaiers en 'noodafworpen' komen zo nu en dan op
Heemstede terecht. In totaal vinden daarbij vier mensen de
dood.
Typerend voor Heemstede
Hoe gaat het verder met Heemstede in de oorlogsjaren? De
ontwikkelingen hier en in Bennebroek zijn in veel opzichten
vergelijkbaar met die in tal van plaatsen elders in het land.
Aanvankelijk verandert er niet zo veel. Pas na verloop van tijd
bezetten NSB'ers steeds vaker belangrijke posten in het
gemeentebestuur, worden jongemannen in Duitsland tewerkgesteld,
worden razzia's gehouden om joden op te sporen, en in de
Hongerwinter van 1944-1945 hebben de inwoners van Heemstede en
Bennebroek het niet makkelijk. Typisch voor Heemstede zijn de
evacués uit bijvoorbeeld Zandvoort, dat deels wordt afgebroken in
verband met de aanleg van de Atlantik Wall.
Scholen gevorderd
Enkele dagen na de overgave van de Nederlandse
strijdkrachten op 14 mei 1940 arriveren de eerste Duitsers in
Heemstede. Om hun manschappen te huisvesten vorderen ze enkele
scholen. De leerlingen van de Bosch en Hovenschool worden
ondergebracht in de Nicolaas Beetsschool, de Crayenesterschool en
in de villa Land- en Spaarnzicht aan de Binnenweg. Niet veel later
hebben de Duitsers ook de Dreefschool en de Bronsteeschool nodig.
Ook andere gebouwen worden gevorderd, waaronder Meer en Bosch en
enkele garages.
Uiteraard hebben de Duitsers die hier gelegerd waren ook allerlei
spullen nodig. Bij hout en dekens kun je je iets voorstellen, maar
op het verlanglijstje dat ze bij de gemeente indienen staan
bijvoorbeeld ook 'drie botervlootjes, drie melkkannen, drie
koffiezakken, drie harde borstels en drie stofblikken'. De gemeente
kan weinig anders dan aan deze wensen tegemoetkomen.
NSB-burgemeester
De burgemeester van Heemstede, J.P.W. van Doorn, is tot in
de zomer van 1942 op zijn post gebleven. Vanaf die periode heeft
hij één jaar in een gijzelaarskamp gezeten. In het voorjaar van
1943 is hij teruggekeerd naar Heemstede, waar hij beperkte
bewegingsvrijheid had.
Van Doorn wordt opgevolgd door NSB-burgemeester J.H. van Riessen.
Maar ook al voordat de NSB'ers de touwtjes in handen hebben
gekregen, hebben veel Heemstedenaren het moeilijk. De Duitse
oorlogsindustrie heeft behoefte aan grondstoffen, waaronder
metalen: in september 1941 is in Heemstede 9000 kilo aan
metalen verzameld. Ook de kerkklokken moeten het ontgelden.
Daarnaast moeten fietsen en radio's ingeleverd worden. Want met een
radio kun je immers naar Radio Oranje luisteren, dat vanuit Londen
uitzendt en bezet Nederland een hart onder de riem wil
steken.
Evacués
In verband met de aanleg van de Atlantik Wall, die een
geallieerde landing op de kust moest voorkomen, laten de Duitsers
grote delen van onder meer Zandvoort afbreken. Bijna 1250 inwoners
van de badplaats vinden onderdak in Heemstede. Soms meerdere
gezinnen per woning. Meer en Bosch wordt ingericht als
noodziekenhuis voor leden van de Organization Todt, die aan de
aanleg van de Atlantik Wall bouwen. Ook worden huizen gevorderd om
onderdak te bieden aan hogere Duitse militairen, die verbonden zijn
aan de kustverdediging.
Net als de rest van Nederland heeft ook de Heemsteedse bevolking in
1944-1945 te lijden van de Hongerwinter. Er is weinig voedsel en
brandstof te krijgen, maar voor brandhout kunnen de Heemstedenaren
terecht in het Groenendaalse bos, waar ze veel bomen kappen.
Sommige Heemstedenaren sluiten zich aan bij het
verzet, terwijl veel joodse
Heemstedenaren werden weggevoerd naar de
concentratiekampen.
Op 8 mei 1945 is het allemaal voorbij, als Canadese troepen
Heemstede en Bennebroek binnenrijden. Drie dagen eerder hadden de
Duitsers zich overgegeven. Heemstede en Bennebroek kunnen weer aan
de toekomst gaan werken.