Over het leven van de Utrechtse timmermanszoon Adriaan Florisz. (1459-1523) is een spannend filmscenario te schrijven. Een film vol persoonlijk drama, met grote rollen voor belangrijke mensen uit die tijd, zoals keizer Karel V, koning Frans I van Frankrijk, Maarten Luther, Desiderius Erasmus en Jan van Scorel. En natuurlijk voor Adriaan van Utrecht zelf, die in 1522 tot paus werd gekozen. De plaatsen waar Adriaans leven zich afspeelde, vormen bovendien een prachtig decor, zoals de drukke Oudegracht in het laatmiddeleeuwse Utrecht waar hij als kind opgroeide en de universiteitsstad Leuven waar hij één van de meest vooraanstaande hoogleraren werd.
Aan het hof van landvoogdes Margaretha van Oostenrijk in Mechelen werd Adriaan vanaf 1507 leermeester van de jonge keizer Karel V. In opdracht van deze vorst reisde hij in 1515 naar Spanje om daar de troonopvolging van hem veilig te stellen. Daar hoorde Adriaan op 22 januari 1522 dat hij in Rome tot paus was verkozen. Met enige tegenzin vertrok hij kort daarop toch naar Rome, waar hem als paus Adrianus VI een zware taak wachtte. Zo moest hij de katholieke kerk verdedigen tegen de beschuldigingen van Maarten Luther, die vond dat de kerk met de aflatenhandel vooral op geld uit was. In een poging om Luther de wind uit de zeilen te halen, gaf Adrianus op de Rijksdag van Neurenberg in november 1522 toe dat de kerk fouten had gemaakt en dat er misstanden waren. Deze bekentenis werkte echter averechts: de katholieken zagen het als verraad en de lutheranen zagen hun eigen gelijk door de paus bevestigd. Ook zijn poging om christelijke vorsten als Karel V en Frans I met elkaar te verzoenen om ze gezamenlijk te laten vechten tegen de Turken, mislukte jammerlijk.
In Rome zelf werd Adrianus maar nauwelijks geaccepteerd. Na anderhalf jaar paus te zijn geweest, overleed Adriaan dan ook teleurgesteld op 14 september 1523. Aanvankelijk werd hij begraven in de Sint-Pieter maar in 1533 werd hij overgebracht naar een praalgraf in de Santa Maria dell'Anima in Rome, waar hij nog steeds ligt.
Hoewel Adriaan al op jonge leeftijd Utrecht verliet, bleef hij altijd sterk met deze stad verbonden. Adriaan heeft altijd de wens gehad om naar Utrecht terug te keren. Hij liet daarom in 1517 een huis bouwen op het terrein van de immuniteit van Sint-Pieter. Dat prachtige laatgotische huis, dat in 1522 de naam Paushuize kreeg en er nog altijd staat, heeft hij echter nooit gezien.