Elke dag kom je wel over een weg; een fietspad, asfaltweg,
klinkerstraatje, grindpad of een zandweg. Rond het begin van de
jaartelling bestonden er nog geen fietsen, auto's of andere
transportmiddelen die we vandaag wel kennen. Er werden vele
afstanden te voet afgelegd. In drassige gebieden met veengrond was
dat zwaar! Je zakt immers weg in drassige grond. Door veel
boomstammetjes naast elkaar te leggen of wilgentakken in elkaar te
vlechten maakten bewoners een weg. Zo konden de mensen 2000 jaar
geleden, van de moerassige veengebieden naar de hoge droge gronden
zoals de Hondsrug, toch heen en weer over een houten weg.
Mysterieus!
In de negentiende eeuw werden die houten wegen gevonden en
onderzocht door onder anderen de bekende archeoloog Van Giffen (zie
venster 2. Grafheuvels). Er zijn nog zo'n 40 van deze wegen
gevonden in Nederland. Door de zure veengrond is het hout bewaard
gebleven.
De oudste weg in Drenthe is de Veenweg bij Nieuw-Dordrecht. Een
andere oude weg is de Valtherbrug door het Bourtangerveen. Dit is
een mysterieuze weg die leidde van de Hondsrug naar de streek
Westerwolde. Alleen 2000 jaar geleden woonde daar nog helemaal
niemand! Waarom zou er dan een weg liggen?
Er zijn meerdere veenwegen gevonden waarbij het lijkt alsof de weg
nergens naar toe gaat. Archeologen denken dat deze wegen om een
paar redenen aangelegd zouden kunnen zijn:
- Om van de drassige veengebieden naar hoger gelegen zandgrond te komen, te voet of met paard en wagen.
- Om te komen bij een verzamelplek in het veengebied, bijvoorbeeld om ijzererts (een grondstof waar je ijzer van kan maken) te kunnen verzamelen.
- Om offers te brengen in het veen aan de goden waar men toen in geloofde.