Veel houten gebruiksvoorwerpen uit het verre verleden zijn er niet meer. Dat is te begrijpen, want als zo’n object kapot ging, belandde het als brandstof in de open haard. Daarom is het dertiende-eeuwse houten bekertje dat in Barendrecht is opgegraven, een volstrekt unieke vondst.
Archeologen van het Bureau Oudheidkundig Onderzoek van Gemeentewerken Rotterdam (BOOR) haalden het bekertje naar boven tijdens opgravingen rond de millenniumwisseling. Het onderzoek vond plaats in het kader van de ontwikkeling van een groot nieuwbouwproject: Vinex-wijk Midden-IJsselmonde.
Riederwaard
Waar deze wijk nu te vinden is, bevond zich in de dertiende eeuw de Riederwaard. In dit bedijkte gebied lagen nederzettingen als Carnisse en Pendrecht. Carnisse beschikte al in het jaar 1100 over een kerk, in Pendrecht verscheen niet lang daarna ook een godshuis. Ook telde de Riederwaard enkele ambachtsheerlijkheden: Barendrecht, Riederambacht (later Ridderkerk), IJsselmonde en Rhoden (later Rhoon).
Het gebied was gevoelig voor overstromingen. In de periode 1164-1170 en begin veertiende eeuw liepen grote delen onder water en de overstroming van 1373 was desastreus voor het middendeel van de Riederwaard. Pas in de zeventiende eeuw was het gebied weer helemaal ingedijkt. De oude nederzettingen Pendrecht, Carnisse en Barendrecht waren verdwenen onder een dik pakket zand en klei.
Middeleeuwse dijk
Tijdens de BOOR-opgravingen stuitten archeologen op restanten van een middeleeuwse dijk met een breedte van ongeveer 20 meter. De dijk kwam tevoorschijn onder het sediment dat vanaf de overstroming van 1373 is afgezet. Een exacte datering van de dijkaanleg was op dat moment niet mogelijk. Nader onderzoek door monsters te nemen van aangetroffen riet en veen kan meer helderheid geven.
Langs de dijk, die met behulp van luchtfoto’s over enige kilometers is te volgen, troffen de onderzoekers sporen van bewoning aan. Rijen staken wijzen op omheiningen of perceelscheidingen.
In een sloot naast de dijk vonden de archeologen skeletten van dieren en resten van leren en metalen voorwerpen, zoals schoenen, een groot kledingstuk voor een bovenlichaam, gespen, messen en spijkers. Daarnaast troffen de onderzoekers baksteen, natuursteen en grijsbakkend en roodbakkend aardewerk aan. Dit gebruiksaardewerk was destijds vrij algemeen.
En, niet te vergeten, houten borden en kommetjes. Waaronder dus het houten bekertje uit waarschijnlijk de periode 1275-1330. Het is nagenoeg compleet en waarschijnlijk lokaal gemaakt. Een unieke vondst uit de late middeleeuwen.
Voor meer informatie Provinciaal Archeologisch Depot Zuid-Holland: http://archeologie.zuid-holland.nl/