24 Acht zaligheden

Tiendaagse veldtocht

Waarschijnlijk hebben ze er weinig last van, de inwoners van de Kempen in de jaren dertig van de negentiende eeuw. Ze hebben andere dingen aan hun hoofd. Zorgen dat er dagelijks eten op tafel staat. Maar toch … op de keper beschouwd is hij wel kwetsend, de naam die de in de Kempen ingekwartierde militairen meegeven aan de acht dorpjes waarvan de naam, in de uitspraak, eindigt op –sel: de Acht Zaligheden.

Met deze naam willen de soldaten de inwoners van Duizel, Eersel, Hulsel, Knegsel, Netersel, Reusel, Steensel en Wintelre (Weintersel) vooral kleineren. Door hen fijntjes in te wrijven dat het bestaan in deze Kempenstreek allesbehalve zalig is. Niet zalig, maar armzalig. Gewoon bittere armoede. Zeker in vergelijking met de gebieden waar het merendeel van deze militairen vandaan komt, de relatief rijke (stedelijke) gebieden van boven de rivieren. Het verschil in geloof – protestantisme versus katholicisme – vergroot de tweespalt.

Geuzennaam

Een enkele Kempenaar, zoals schoolmeester Peter Norbertus Panken (Venster 22), beklaagt zich erover dat zijn omgeving onderwerp van spot is geworden. Maar de meesten zitten er niet mee. Integendeel, na verloop van tijd trekken ze ‘de Acht Zaligheden’ als een geuzennaam naar zich toe. Om buitenstaanders duidelijk te maken dat het in de Kempen goed toeven is. In Reusel onderstrepen ze dit door, jaren later, in het buitengebied met een keienformatie de ligging van de Acht Zaligheden op schaal na te bouwen.

Eensgezindheid dus over het aangename karakter van de Zaligheden, maar niet over de vraag welke acht dorpen er deel van uitmaken. Daar is nog geruime tijd discussie over, vooral in Bladel.

Belgische opstand

Waarom zijn er vanaf 1830 militairen van boven de rivieren in de Kempen? Na hun overwinning op Napoleon (1815) besluiten de Europese mogendheden om de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden, al anderhalve eeuw gescheiden, samen te voegen. Vooral met de bedoeling Frankrijk beter in toom te houden. Een nobel streven, maar het werkt niet. Er zijn tal van tegenstellingen op politiek, economische en sociaal-cultureel gebied. Bovendien voelen de Belgen er weinig voor zich de wet te laten voorschrijven door de eigenzinnige protestanten uit het Noorden. In 1830 komen ze in opstand. Als antwoord daarop begint koning Willem I op 2 augustus 1831 de Tiendaagse Veldtocht, een militaire operatie die de opstandige Belgen op de knieën moet dwingen. Kroonprins Willem (de latere koning Willem II) is een van de legeraanvoerders. Zijn pogingen om met de Belgen tot een akkoord te komen, hebben geen resultaat.

Bij de Tiendaagse Veldtocht bezoeken de Nederlandse militairen ook de Kempen. Zo zijn er de Leidsche Jagers, een militaire studenteneenheid, die op 3 augustus 1831 vanuit Eersel het vijandelijk gebied in trekt. Uiteindelijk wordt de militaire operatie een jammerlijke mislukking. Ook doordat de Belgen hulp toegezegd krijgen van de Fransen. Na tussenkomst van de Engelsen komt er een wapenstilstand. Het Noord-Nederlandse leger trekt zich langs de landgrens terug, ook in de Kempen.

Inkwartieringen

Dit leidt tot inkwartieringen die een zware last vormen voor de plaatselijke bevolking. Niet zozeer financieel – er is een passende vergoeding – maar wel voor het gezinsleven. Zo telt Eersel in 1838 zeshonderd ingekwartierde soldaten. Het vormt de aanleiding voor een volksgebruik dat nog tot in de jaren vijftig van de twintigste eeuw standhoudt: het op de markt begraven van Voddejanus, een pop van stro en vodden die symbool staat voor de ongewenst ingekwartierde soldaat. Het begrafenisritueel wordt om de vijf jaar uitgevoerd door de Voddenguld, een groep verklede jongelui die in een stoet naar de begraafplek trekt en daarbij de nodige kroegen bezoekt.

De militairen trekken zich terug als koning Willem I in 1839 de afscheiding van België accepteert. De Voddenjanus raakt in onbruik. Maar de naam de Acht Zaligheden blijft. De inwoners van de Kempen zijn er trots op. Dit blijkt onder meer uit het muziek-theaterprogramma ‘Ach, Zalig Man’ van de van oorsprong uit Knegsel afkomstige popmuzikant JW Roy. Hij brengt dit in 2010 samen met acteur Frank Lammers in alle dorpen van de Acht Zaligheden op de planken, met ook het lied Wie doet mij wat.