Titia
In 1685 logeerde een deftige dichteres uit Friesland bij familie in Borger. Deze mevrouw was Titia Brongersma. Ze was heel erg geïnteresseerd in de hunebedden. Ze was nieuwsgierig en wilde graag weten of er iets interessants te vinden zou zijn onder de grote steenhoop in Borger. Ze besloot om een paar arbeiders in te huren om te gaan graven onder het hunebed. Ze vonden potten met daarin as en botten van mensen. De potten vielen allemaal in scherven uitelkaar.
Picardt
Johan Picardt werd geboren in 1600 en stierf in 1670. Hij leefde in de zeventiende eeuw. Picardt was was dominee en dokter. Hij werkte onder andere in Rolde en Coevorden. Hij had een grote belangstelling voor de geschiedenis. Hij was de eerste historicus die een boek schreef over de geschiedenis van Drenthe. Picardt geloofde dat heksen, spoken en reuzen bestonden.
Reuzen
Picardt schreef in zijn geschiedenisboek over de hunebedden in Drenthe. Hij noemde de hunebedden ‘steenhopen’. Hij was ervan overtuigd dat de hunebedden gebouwd waren door reuzen. Hij kon niet geloven dat gewone mensen de zware stenen konden tillen. De reuzen waren volgens hem wreed en aten kleine kinderen.
Lof op ‘t hunebed
De opgraving van Brongersma toonde aan dat de hunebedden gebruikt waren als grafmonument. De botten uit het hunebed werden bestudeerd en bleken van normale mensen te zijn en niet van reuzen. Veel mensen bleven toch nog lang geloven in de verhalen over de wrede reuzen van Johan Picardt. Titia Brongersma schreef toen ze weer thuis was een gedicht over de hunebedden: “Lof op ’t hunebed, of de ongemene, opgestapelde steenhoop te Borger in Drente”.
Schatgraven
Het is al heel lang niet meer toegestaan om te graven bij een hunebed. De ondergrond is verzegeld met betonblokken om te voorkomen dat mensen gaan schatgraven. Sommige historici zijn net zo nieuwsgierig als Titia Brongersma en vinden het jammer dat de hunebedden niet onderzocht mogen worden. Anderen vinden het een goed idee om de grafmonumenten met rust te laten.