De opvoering in Groningen van Bommen Berend, de Musical (2011)
trok volle zalen. Aangekondigd als "een bloedstollend, historisch
spektakel met een kwinkslag" werd het publiek meegenomen naar het
rampjaar 1672, toen de bisschop van Munster - bijgenaamd Bommen
Berend - grote delen van ons land onveilig maakte. De feiten achter
dit historisch spektakel maken duidelijk dat er voor de inwoners
van Genemuiden, Hasselt en Zwartsluis weinig te lachen viel.
In de jaren na de Tachtigjarige Oorlog werd het onderhoud
verwaarloosd van de verdedigingswerken in de steden van de jonge
Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Het was de tijd van de
Engelse Oorlogen, met als inzet de handelsbelangen in Indië.
Daardoor kreeg de vloot meer prioriteit dan de verdediging van de
landsgrenzen. Ook de Fortresse Zwartsluis was na de
onafhankelijkheidsstrijd tegen de Spanjaarden niet meer in goede
staat. Controleurs van de Raad van State constateerden in 1665 dat
met name de poorten nodig aan herstel toe waren. De noodzaak
daartoe zou nog hetzelfde jaar duidelijk worden.
De trompetters van de bisschop
De bisschop van Munster, Berend van Galen, viel in het najaar
van 1665 Overijssel binnen. Hij deed dat op grond van een verdrag
dat hij had gesloten met Engeland, een vijand van de Republiek. Al
gauw viel zijn oog op Zwartsluis. De bisschop zette eerst het
garnizoen van de ijlings bij Nieuwleusen opgeworpen Bisschopsschans
op het verkeerde been door zijn trompetters het Wilhelmus te laten
spelen. Zijn troepen trokken verder, maar werden net op tijd door
een Frans legertje tegengehouden. Maar Zwartsluis was gewaarschuwd:
de Fortresse werd snel weer in staat van verdediging gebracht.
Ongelukkigerwijs was in de paniek tijdens de opmars van het leger
van de bisschop de brug over de gracht vóór de Meppelerpoort wegens
een defect afgebroken. Voordat Zwartsluis voldoende geld bijeen had
gebracht om een nieuwe brug te bouwen, viel de bisschop in 1672
opnieuw Overijssel binnen. Het was het begin van een rampjaar voor
heel het land, want ook Engeland en Frankrijk hadden de Republiek
inmiddels de oorlog verklaard.
Bommen en granaten
De schrik zat er goed in. De bommen, branders en granaten die
de bisschop bij belegeringen afvuurde, hadden hem de bijnaam Bommen
Berend bezorgd. In juni en juli vielen snel na elkaar Deventer,
Zwolle en Kampen in zijn handen. Overijssel capituleerde snel
daarna en erkende de bisschop als landsheer. Na de capitulatie
gaven ook Genemuiden, Hasselt en Zwartsluis zich over. Van echt
verzet zou waarschijnlijk weinig terecht gekomen zijn: een jaar
voor de inval van Bommen Berend werd de Fortresse Zwartsluis
slechts verdedigd door 48 musketiers en 24 piekeniers.
Gedurende de bijna 2 jaar durende bezetting deden de staatse
troepen diverse pogingen Zwartsluis te heroveren. In november 1672
leken hun pogingen te slagen toen ze met kanonneerboten op het
Zwarte Water voor Zwartsluis gingen liggen. De 200 Munsterse
soldaten binnen de vesting wisten echter stand te houden en toen ze
steun kregen van Franse troepen, werd het staatse leger met vrij
grote verliezen op de vlucht gedreven.
De bevolking had het tijdens de oorlogen met Bommen Berend zwaar te
verduren. Niet alleen door de inkwartiering van soldaten maar ook
door plunderingen, brandstichtingen en moorden. Die waren door de
aanwezigheid van de elkaar bestrijdende legers aan de orde van de
dag. Toen het Franse leger zich eind 1673 had teruggetrokken, was
de weg vrij voor een vredesverdrag tussen de Republiek en de
bisschop van Munster. Na het ondertekenen van dat verdrag op 22
april 1674 verlieten ook zijn troepen het bezette gebied.
Genemuiden, Hasselt en Zwartsluis stonden voor de zware opgave de
aangerichte schade te herstellen.