Ida Gardina Margaretha Gerhardt werd op 11 mei 1905 in Gorcum
geboren. Nog vóór zij de schoolgaande leeftijd bereikt had,
verhuisde het gezin naar Schiedam, enkele jaren later naar
Rotterdam. In die stad bezocht Ida het Stedelijk Gymnasium, waar
zij les kreeg in Grieks en Latijn van de dichter Jan Hendrik
Leopold. De ontmoeting met Leopold is voor Gerhardts persoonlijke
en artistieke ontwikkeling van de grootste betekenis geweest.
Na haar eindexamen ging Gerhardt klassieke talen studeren in Leiden
en Utrecht, waar zij in 1933 haar doctoraal deed. Na een periode
van werkloosheid en zwakke lichamelijke gezondheid werd zij per 1
september 1939 benoemd tot lerares klassieke talen aan het
Gemeentelijk Lyceum in Kampen. Ze betrok kamers op het adres
Graafschap 1, met uitzicht op de school.
Dichten en vertalen
De Kamper jaren van Ida Gerhardt ‒ ze vertrok in 1951 naar Bilthoven ‒ zijn vruchtbaar geweest. In 1940 verscheen haar poëziedebuut, Kosmos, dat vrijwel onopgemerkt bleef. Het veerhuis evenwel, de bundel die kort na de Bevrijding uitkwam, was een groot succes, werd herdrukt en in 1946 bekroond met de Van der Hoogt-prijs. Het boek, waarvan de sfeer sterk is bepaald door het weide- en rivierlandschap rondom Kampen, besluit met wat waarschijnlijk Gerhardts bekendste vers geworden is, en mogelijk het beste gedicht over de Bezetting zonder meer:
Het carillon
Ik zag de mensen in de straten,
hun armoe en hun grauw gezicht, ‒
toen streek er over de gelaten
een luisteren, een vleug van licht.
Want boven in de klokketoren
na 't donker-bronzen urenslaan
ving, over heel de stad te horen,
de beiaardier te spelen aan.
Valerius: ‒ een statig zingen
waarin de zware klok bewoog,
doorstrooid van lichter sprankelingen,
"Wij slaan het oog tot U omhoog."
En één tussen de naamloos velen,
gedrongen aan de huizenkant
stond ik te luist'ren naar dit spelen
dat zong van mijn geschonden land.
Dit sprakeloze samenkomen
en Hollands licht over de stad ‒
Nooit heb ik wat ons werd ontnomen
zo bitter, bitter liefgehad.
Het blijft een wonderlijke gedachte dat de oorsprong van dit
klassieke vers een voorval is geweest dat Ida Gerhardt is overkomen
aan de voet van de Nieuwe Toren in Kampen.
Gerhardt leidde in Kampen een teruggetrokken bestaan. Ze bemoeide
zich amper met het culturele leven in de stad en maakte weinig
vrienden. Op school deed ze haar werk met overgave: ze was een
gedreven docente, die door de leerlingen op handen gedragen werd.
Hoewel haar ietwat excentrieke optreden wel eens weerstand wekte,
genoot zij onder collega's groot respect. Hoe Gerhardt zelf
terugkeek op haar belevenissen aan het Kamper Lyceum staat te lezen
in de Sonnetten van een leraar (1952), een bundel
gedichten waarin op soms lichtvoetige, ironische toon het
schoolleven van een lerares klassieke talen wordt
geschilderd.
Dat Gerhardts Kamper jaren met recht vruchtbaar mogen heten, blijkt
ook uit een onderdeel van haar werk dat vaak wat minder aandacht
krijgt: haar vertalingen van Latijnse poëzie. In 1942 promoveerde
zij op een becommentarieerde vertaling van Lucretius, en in 1949
verscheen Het Boerenbedrijf, een briljante herdichting van
de Georgica van Vergilius. Het moest nog een
kleine 20 jaar duren, maar in 1968 werd Gerhardt bekroond met
de Martinus Nijhoff-prijs, de hoogste onderscheiding voor vertalers
in ons land.
Op de bres voor natuurbehoud
Nadat in 1947 de bundel Buiten schot was uitgekomen,
zag 2 jaar later Kwatrijnen in opdracht het licht.
Deze reeks kwatrijnen (vierregelige gedichten) bevat een felle
aanklacht tegen de voortschrijdende aantasting van het landschap,
zoals de dichteres die in heel Nederland, maar ook in de omgeving
van Kampen observeerde. Het strekt Gerhardt tot eer te hebben
gepleit voor natuurbescherming en -behoud in een tijd, de periode
van de Wederopbouw, dat vrijwel geen mens zich om dat thema
bekommerde. Vernietiging van de natuur bezag zij in termen van
ethiek. "Vermelding verdient dat in het jaar 1940 op het
Kampereiland", zou zij vele jaren later schrijven, "ter wille van
een toekomstige verbinding van de Noordoostpolder, het beschermde
vogelgebied van de Ramspol, één der mooiste en meest gevarieerde
vogelreservaten van Europa, werd opgespoten. En wel midden in de
broedtijd. Dergelijke wandaden werpen hun schaduwen vooruit."
Gerhardt is na de Bevrijding verhuisd naar het adres Koornmarkt 3a,
het ouderlijk huis van de bekende Kamper acteur Henk van Ulsen (†
2009) ‒ die in de loop der jaren met talrijke
voordrachtprogramma's het nodige zou bijdragen aan de groeiende
waardering voor de dichteres. Gerhardts laatste Kamper woning was
aan de IJsselkade 31, waar zij vrij uitzicht had op haar geliefde
rivier.
De stroom, de uiterwaarden, de polders, de dijken ‒ Gerhardts
poëzie is ervan doortrokken.
Herkenning
't Wordt voorjaar langs de IJssel bij Veecaten.
Wolken en licht, in wisselende staten,
scheppen een Voerman: een opalen zwerk
dat hemels is en Hollands bovenmate.
Aan Ida Gerhardt werd in 1980 de P.C. Hooft-prijs toegekend. Zij overleed te Warnsveld op 15 augustus 1997.