Aan het begin van de 19de eeuw waren alle protestanten in
Nederland nog verenigd in de gereformeerde (later hervormd
genoemde) kerk. Steeds meer mensen vonden deze kerk echter te
vrijzinnig. Dominee De Cock in Ulrum (Groningen) was in 1834 de
eerste dominee, die zich afscheidde. Ook in Overijssel was er
iemand die "de rechte leer" verkondigde, namelijk dominee Van
Raalte.
De overheid stond aanvankelijk negatief tegenover deze nieuwe
beweging, waardoor de bijeenkomsten van de afgescheidenen in het
geheim plaatsvonden. In Hellendoorn werden onder meer kerkdiensten
gehouden op de boerderij van H. Lankheet op Schuilenburg. Als men
betrapt werd, volgde er een hoge boete of zelfs gevangenisstraf. In
Hellendoorn is een inval beschreven bij G.J. Immink. Het gevolg was
dat Van Raalte twee nachten werd opgesloten en een boete kreeg van
f. 100,-, een heel bedrag in die tijd!
Afgescheidenen in Hellendoorn
De groep afgescheidenen in Hellendoorn, de "fienen" genoemd,
verlangde naar een eigen kerk en dominee. Op 19 december 1841 was
het zover: de eerste predikant Seine Bolks werd bevestigd en de
kerk (Fiene Karke in de volksmond) werd ingewijd, hoewel men pas in
maart 1842 officiële toestemming kreeg.
Zij kerkten tweemaal per zondag. Omdat ze geen orgel hadden, was er
een voorzanger. Het onderwijs voor hun kinderen verzorgden zij
zelf, met lesstof die paste binnen hun geloofsovertuiging. 's
Avonds controleerden kerkelijke ambtsdragers of er gemeenteleden in
het café of op straat rondhingen. Dit was uit den boze. De
kerktucht was streng en onverbiddelijk.
Hoewel er officieel vrijheid van godsdienstuitoefening was, werden
de afgescheidenen niet echt geaccepteerd door hun andersdenkende
dorpsgenoten. Tijdens de diensten moesten er steeds twee
ouderlingen op wacht staan, om te voorkomen dat de dienst verstoord
werd.
Emigratie naar Amerika
Rond 1846 vertrok ds. Van Raalte met een grote groep van zijn
gemeente naar Amerika om zich daar te vestigen. Ze wilden een eigen
geloofsgemeenschap en eigen scholen stichten, zodat zij hun
kinderen op de juiste wijze konden opvoeden. Ook de slechte
economische situatie was een reden voor vertrek.
De berichten uit Amerika waren positief en ds. Bolks maakte een
groot aantal Hellendoorners enthousiast om ook naar Amerika te
vertrekken. Liefst 89 mensen besloten om mee te gaan, bijna een
derde deel van het aantal inwoners van Hellendoorn. Zij vertrokken
in augustus 1847. Na een boottocht van 2 maanden vol beproevingen
kwamen ze aan in Syracuse (het huidige New York) en overwinterden
daar. Uiteindelijk stichtten ze in de staat Michigan de
nederzetting Hellendoorn, later Overisel genoemd. Op het
plaatselijke kerkhof zijn nog steeds veel bekende namen op de
grafstenen te zien, zoals Immink, Klein Heksel en Lankheet.
De Fiene Karke werd in 1847 verkocht en verbouwd tot boerderij. De
nieuwe eigenaar, Evert ter Horst, liet een gevelsteen plaatsen met
het jaartal en zijn initialen. Het pand werd in 1965 afgebroken om
plaats te maken voor een nieuwbouwwoning. Alleen de gevelsteen
resteert nog. Deze is te bezichtigen in Dorpsmuseum De Valkhof.