Doden liggen op het kerkhof, geleidelijk worden ze vergeten. Maar de doden van de Tweede Wereldoorlog leven voort. Ze zijn gesneuveld of gefusilleerd of gedood bij een bombardement. Toch lijkt de oorlog aanvankelijk enigszins aan de West-Friezen voorbij te zijn gegaan. Natuurlijk, er was eerst mobilisatie en er kwamen evacuees uit onder water gezette gebieden. En toen de oorlog eenmaal was begonnen, moest er worden verduisterd, maar het dagelijks leven ging toch vooral zijn gewone gang. Pas op 6 oktober 1940 gebeurde er echt iets, bommen op Enkhuizen. De situatie werd grimmiger. Eerst bleek - wat menigeen anders had ingeschat - dat de Duitsers de oorlog niet meteen konden winnen; later dat ze hem waarschijnlijk zouden verliezen. Ze dwongen sinds mei 1941 mannen en jongens in Duitsland te gaan werken, omdat het daar aan arbeiders ontbrak; die vochten aan het front dat alsmaar langer werd.
Nog veel erger was het lot van de joden. In West-Friesland woonden er niet veel meer, in Hoorn zo'n veertig. (Zie ook venster 27) Sinds april 1942 moesten ze een gele ster dragen. Niet lang daarna werden ze opgeroepen naar Amsterdam te gaan. Vandaar werden ze weggevoerd, hun ondergang tegemoet. Maar er waren joden die onderdoken. Zo heeft een Enkhuizer familie jarenlang op een bovenhuis in Monnickendam gezeten. Niemand die ervan wist, behalve de hoofdbewoner. In Hoorn, achter het huis Grote Oost 6, waar de Duitse Orts-Kommandantur was gevestigd, lieten twee schooljuffen wel twintig mensen onderduiken. Een geweldig risico! Die fantastische juffen werden gesnapt, maar overleefden het toch.
De meeste West-Friezen hadden al die achteraf spannende, maar op het moment zelf gevaarlijke gebeurtenissen niet in de gaten. Hun is vooral het geronk, 's nachts, van geallieerde bommenwerpers op weg naar Duitsland bijgebleven. En dat op een gegeven moment de kerkklokken niet meer luidden, omdat de Duitsers ze uit de torens haalden om er kogels van te gieten. Na de oorlog wist men nog te vertellen van de 'voedselhaalders' in de Hongerwinter van 1944-1945, helemaal uit Amsterdam met fietsen op houten 'antiplofbanden', met kinder- en andere wagens. Er waren boeren die grof aan die hongerlijders verdienden, maar er waren er ook die hun extra's toestopten.
Vooral op het eind zijn tamelijk veel West-Friese slachtoffers gevallen. Op 10 maart 1945, dus kort voor het einde, 5 mei, van de oorlog, werden op de Weteringschans in Amsterdam vijf verzetsmannen geëxecuteerd; wraak van de Sicherheitspolizei voor de liquidatie van een pro-Duitse chef van de waterpolitie. Onder hen was Jozef Buis, gemeenteambtenaar in Obdam die persoonsbewijzen vervalste. Op dezelfde plaats werden zes verzetsmensen uit Wervershoof gefusilleerd, onder wie meester Akkerman, van de lagere school. Het meest tragisch was de dood van vier verzetsjongens uit Andijk. Op 1 mei '45, dus vlak voor de bevrijding, waren ze op weg naar Hoorn, toen ze werden aangehouden. Een bleek een patroonhouder bij zich te hebben. Een wist nog weg te glippen, maar de vier anderen werden zonder pardon voor het raadhuis van Zwaag gefusilleerd. Op 5 mei kwam de bevrijding, 'Foute' lieden, zoals burgemeester J.P.Zondervan, van Hoorn, werden geïnterneerd. De oorlog is nooit voltooid verleden tijd. We mogen de slachtoffers, vooral de dapperen die terugvochten, niet vergeten.
Uitgelicht
Overal vind je oorlogsmonumenten, in Hoogkarspel, Sijbekarspel, Venhuizen, Warmenhuizen... In Wervershoof is het een vrouwenfiguur. In Hoorn is een route met vier bronzen handen: Wanhoop, Woede, Laatste Troost, Afscheid, de laatste gang van gevangenen uit Amsterdam; via de Westerdijk naar de Grote Kerk waar ze doodgeschoten werden. Als represaille. Medemblik had als eerste in Nederland een oorlogsmonument. Midwoud heeft een oorlogsmuseum.
Overal zijn oorlogsgraven van het Gemenebest: in Wognum, Winkel, Spanbroek, Medemblik, Kolhorn, Hoorn, Enkhuizen, Bovenkarspel..., op het intieme kerkhof van Veenhuizen. Boven West-Friesland zijn naar verhouding veel geallieerde vliegtuigen neergehaald. In Andijk, op de Hoekweg/Kleingouw, een met vijf Poolse militairen.