Wat de boer niet kent dat vreet-ie niet. Een Nederlands spreekwoord dat ook gold voor Italianen die in de jaren zestig voor Hoogovens werkten. Ze pikten die Hollandse kost niet die aan boord van hun woonschepen Arosa Sun en Casa Marina werd geserveerd en het spaghetti-oproer brak uit. Geen aardappels met jus meer. Nee, de Italianen eisten spaghetti!
Arosa Sun
In het Noordzeekanaal lagen in de jaren zestig twee woonschepen. Eerst arriveerde in 1961 de Arosa Sun en later de Casa Marina, het eerste 'botel' van Nederland met vijf verdiepingen op een ponton. In die schepen woonden en leefden Italianen en Spanjaarden; groepen mannen uit die landen kwamen vanuit het arme Zuid-Europa naar Nederland om in IJmuiden te werken in de staalindustrie. De trek naar werk leidde tot grote veranderingen. Groepen gastarbeiders in Velsen kwamen steeds van verderop. Eerst waren het de Engelsen die hielpen bij de aanleg van het Noordzeekanaal aan het eind van de negentiende eeuw en vervolgens in de jaren zestig van de vorige eeuw vooral Italianen en Spanjaarden, op hun beurt later gevolgd door Turken, die nu zowel in Beverwijk en Velsen moskeeën hebben.
Immigratie naar Velsen
begon dus al vroeg, namelijk bij de aanleg van het Noordzeekanaal. Tastbare herinneringen aan de Britten zijn voor een historische speurder nog wat grafstenen op het kerkhofje bij de Engelmunduskerk in Velsen-Zuid.
Hoogovens, altijd de belangrijkste werkverschaffer in de wijde regio, zorgde voor de toestroom van mensen uit de landen rond de Middellandse Zee. In 1956 kwamen de eerste Italiaanse werknemers in dienst, veelal uit het zuiden van dat land. In 1959 nam Hoogovens een groep Sardijnen over van de Staatsmijnen in Limburg die zo goed bevielen, dat de staalfabriek besloot de werving van nieuwe arbeiders op dat land te concentreren.
Onderdak
De eerste Italianen vonden onderdak bij particulieren en in pensions, maar die woonruimte schoot tekort. De staalgigant was creatief en kocht een groot, oud passagiersschip, Arosa Sun. Zo kwaad was het niet aan boord van het schip, er waren ruime eetzalen en gezelschapsruimten hoewel de Italiaanse mannen dikwijls een hut moesten delen. Het schip bood onderdak aan bijna zevenhonderd man in 263 hutten. In een tijd dat pasgetrouwde stellen vaak bij een van de ouders inwoonden, was dat geen slechte huisvesting. 'Staalwerkers leven in voorbije luxe', schreef een krant.
Spanjaarden
In de jaren zestig verschoof het vizier van Hoogovens naar Spanje dat qua nieuwkomers al in 1963 Italië de loef afstak. Omdat de Arosa Sun permanent was volgeboekt, arriveerde het tweede schip Casa Marina voor 250 mensen. Spanjaarden en Italianen mixen niet samen en omdat de Spanjaarden in de meerderheid waren, werd de grotere Arosa Sun Spaans terwijl op Casa Marina spaghetti werd gereserveerd. Maar het eten was niet het enige dat werd verzorgd op de schepen. Er was lectuur in de eigen taal en op het bedrijfsterrein waren sportterreinen.
Sport
Er ontstonden twee Italiaanse voetbalclubs in de regio: Inter Heemskerk en de Haarlems-Italiaanse voetbalclub Cariocas. Spanjaarden en Italianen zijn vrijwel zonder uitzondering katholiek en ook aan hun zielenheil werd gedacht; vanuit het bisdom Haarlem kwamen Spaans en Italiaans sprekende priesters.
Regioverschillen
Met veel mensen in een kleine ruimte botert het niet altijd en ook met de indeling van de kamers op de schepen werd rekening gehouden met de afkomst. Aan boord van het schip bleek al snel dat Sardijnen, Sicilianen en Italiaanse vastelandbewoners beter uit elkaar gehouden konden worden. Een verhaal dat ook opging voor de Spanjaarden, waar Valencianen (Zuidoost-Spanje) beter een stukje van inwoners van Cadiz (Zuid-Spanje) en Bilbao (in Noordwest-Spanje) verwijderd konden blijven.
Interesse van Hollandse meisjes
Alles klinkt heel luxe, maar de praktijk was anders. De woonboten lagen in een geïsoleerde omgeving bij Velsen-Noord. De komst van de zuidelijke mannen met donkere haren in deze regio bleef niet voor iedereen onopgemerkt, zo blijkt uit verslagen van de vreemdelingendienst van Haarlem. Nederlandse meisjes waren in de jaren vijftig erg geïnteresseerd in de Italiaanse nieuwkomers. Dat leidde soms tot botsingen, maar ook tot liefde en eeuwige trouw. Veel Italianen sloten huwelijken met Nederlandse meisjes.